werknemer

  • Een verplichte Coronatest voor de werknemer, mag dat?

Een verplichte Coronatest voor de werknemer, mag dat?

Kan een werkgever de werknemer verplichten een Coronatest te ondergaan? Mag een werkgever een werknemer met Coronaklachten naar huis sturen? En mag een werkgever de temperatuur van een werknemer opnemen? Deze vragen leven op de werkvloer en worden hieronder beantwoord.

Kan een werkgever de werknemer verplichten een Coronatest te ondergaan?
Nee, dat kan niet. Het is een werkgever in verband met het recht van de werknemer op lichamelijke integriteit niet toegestaan de werknemer verplicht te onderwerpen aan een Coronatest. Met het recht op lichamelijke integriteit wordt bedoeld dat ieder mens zelf mag bepalen wat er met zijn of haar lichaam gebeurt.

Uiteraard kan de werkgever de werknemer wel wijzen op het advies van het RIVM om bij klachten die te maken hebben met verkoudheid, verhoging of koorts, keelpijn en hoest, een afspraak te maken om een test te ondergaan.

Werknemer naar huis sturen?
Als de werkgever op de werkvloer constateert dat de werknemer klachten heeft die gerelateerd zijn aan Corona, kan de werkgever de betreffende werknemer naar huis sturen. Dit kan op basis van het instructierecht van de werkgever en zijn zorgplicht ten opzichte van andere werknemers in het bedrijf, waar het gaat om het creëren van een veilige werkomgeving.

Sneltest
Inmiddels zijn er verschillende sneltesten in omloop. Uiteraard mag de werkgever zijn werknemers aanbieden een sneltest te ondergaan. Maar ook hier geldt, dat het ondergaan van een sneltest op vrijwillige basis moet gebeuren. Een weigerachtige werknemer kan dus niet gesanctioneerd worden. De sneltest moet op basis van vrijwilligheid worden uitgevoerd en na uitdrukkelijke toestemming van de medewerker. Gelet op de hiërarchische relatie tussen werkgever en medewerker kan de vraag gesteld worden of er wel sprake kan zijn van uitdrukkelijke toestemming.

Uitsluitend een zorgprofessional mag een test afnemen. De uitslag van de test betreft privacygevoelige informatie die alleen met de werknemer mag worden gedeeld. Eventuele kosten verbonden aan de test komen voor rekening van de werkgever. Wordt de test niet door een zorgprofessional afgenomen, dan is de werkgever in overtreding en kan hij beboet worden.

De Autoriteit Persoonsgegevens heeft inmiddels een standpunt ingenomen over sneltesten en heeft daarbij aansluiting gezocht bij hetgeen ze heeft bepaald over het opnemen van de temperatuur. Zo geldt ook bij het afnemen van een sneltest dat de privacywetgeving (de AVG) niet geldt als de uitslag van de sneltest alleen wordt afgelezen. Daarbij moet wel voldaan zijn aan de volgende drie voorwaarden:
1. De testuitslag mag niet worden opgenomen in een bestand, zoals een Excellijst met namen en de gemeten testuitslagen.
2. De sneltest mag niet geautomatiseerd plaatsvinden, zoals met bepaalde elektronische analyseapparatuur.
3. De verwerking mag geen geautomatiseerd gevolg hebben.

Temperaturen
Hoe zit het met het opnemen van de temperatuur van een werknemer? Lichaamstemperatuur is een persoonsgegeven als deze temperatuur te herleiden is tot een specifiek persoon. Aangezien lichaamstemperatuur informatie geeft over iemands gezondheid, is het ook een gezondheidsgegeven. Een gezondheidsgegeven is een bijzonder persoonsgegeven waarbij geldt dat het verboden is deze te verwerken, tenzij er een uitzondering uit de wet geldt. Bij uitdrukkelijke toestemming kan er sprake zijn van een uitzondering. Het is echter de vraag of hier, gelet op de afhankelijkheidsrelatie van de werknemer, wel sprake van kan zijn.

Drie voorwaarden
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) geeft aan dat de Algemene Verordening Persoonsgegevens (AVG) niet van toepassing is indien de temperatuur alleen wordt afgelezen en dus niet als persoonsgegeven wordt verwerkt. Wel gelden daarbij de volgende, zoals dus ook bij de sneltest, drie voorwaarden:
1. de temperatuur mag niet worden opgenomen in een bestand, zoals een Excellijst met namen en de gemeten temperatuur;
2. de meting mag niet geautomatiseerd plaatsvinden, zoals met een warmtecamera, en
3. de verwerking mag geen geautomatiseerd gevolg hebben. Denk bij dit laatste aan poortjes die automatisch openen na het temperaturen of een licht dat automatisch op groen gaat als de temperatuur niet te hoog is.

Als niet aan genoemde voorwaarden wordt voldaan, is sprake van verwerking van persoonsgegevens en geldt de AVG wel.

Let op! Inmiddels heeft de AP twee bedrijven beboet, omdat die gegevens over de werknemers van wie de temperatuur was opgemeten wel hadden verwerkt.

Contact
Zijn er vragen over bovenstaand bericht, neem dan vooral contact met ons op via telefoonnummer 0222-314141 voor onze vestiging op Texel of 0223-612255 voor onze vestiging in Den Helder.

Door |2020-12-16T08:20:43+01:0016 december 2020|Nieuws, Nieuws zonder blog|Reacties uitgeschakeld voor Een verplichte Coronatest voor de werknemer, mag dat?
  • Einde jaar! Gebruik de werkkostenregeling optimaal

Einde jaar! Gebruik de werkkostenregeling optimaal

Als werkgever kun je vergoedingen en verstrekkingen belastingvrij aan het personeel uitkeren via de werkkostenregeling (WKR). Deze regeling is dit jaar extra verruimd en het loont de moeite deze maximaal te benutten. Met het einde van het jaar in aantocht is het raadzaam te berekenen hoeveel vrije ruimte je nog hebt.

Coronacrisis
Ook als werkgever hoef je over de vergoedingen en verstrekkingen van de WKR geen belastingen te betalen. Dit is alleen anders als je in een jaar meer aan vergoedingen en vertrekkingen uitgeeft dan de zogeheten vrije ruimte. Deze vrije ruimte is dit jaar verhoogd vanwege de Coronacrisis.

Meer vrije ruimte
Vanwege de Coronacrisis bedraagt de vrije ruimte dit jaar 3% van de loonsom van het bedrijf tot €400.000. Over het meerdere van de loonsom bedraagt de vrije ruimte 1,2%. Geef je meer uit aan vergoedingen en verstrekkingen, dan betaal je als werkgever 80% belasting over het meerdere in de vorm van een eindheffing.

Hoeveel ruimte heb je nog?
Met het einde van het jaar in aantocht is het raadzaam te berekenen hoeveel vrije ruimte je dit jaar nog hebt. Heb je nog vrije ruimte over, dan kun je tot dit bedrag nog zaken belastingvrij vergoeden en verstrekken aan het personeel. Heb je een BV, dan kan dit dus ook aan jezelf als DGA en aan je partner als deze ook op de loonlijst staat.

Gebruikelijkheidscriterium
Je moet er wel rekening mee houden dat een vergoeding of verstrekking via de werkkostenregeling moet voldoen aan het gebruikelijkheidscriterium. Dit betekent dat de vergoeding of verstrekking niet meer dan 30% mag afwijken van wat in soortgelijke omstandigheden gebruikelijk is.

Tip! De fiscus doet in beginsel niet moeilijk over vergoedingen en verstrekkingen tot een bedrag van €2.400 per werknemer per jaar. De fiscus gaat er vanuit dat dit ‘gebruikelijk’ is. Hiervoor moeten dan wel alle vergoedingen en verstrekkingen aan een betreffende werknemer van het gehele jaar bij elkaar worden geteld, voor zover die in de vrije ruimte vallen.

Oppassen met bonus voor DGA
Je kunt via de werkkostenregeling bijvoorbeeld ook het personeel een onbelaste bonus verstrekken. Er gelden soms wel beperkingen voor bonussen aan directie en bestuur van een BV als deze BV vanwege de Coronacrisis een beroep heeft gedaan op de NOW-regelingen. Deze beperkingen gelden ook als er langer dan drie maanden bijzonder uitstel van betaling van belasting is verkregen.

Contact
Zijn er vragen over bovenstaand bericht, neem dan vooral contact met ons op via telefoonnummer 0222-314141 voor onze vestiging op Texel of 0223-612255 voor onze vestiging in Den Helder.

Door |2020-12-11T09:44:53+01:0011 december 2020|Nieuws, Nieuws zonder blog|Reacties uitgeschakeld voor Einde jaar! Gebruik de werkkostenregeling optimaal
  • Kan de werkgever vaccinatie van een werknemer eisen?

Kan de werkgever vaccinatie van een werknemer eisen?

Kan een werkgever een werknemer verplichten zich te laten inenten? Mag de sollicitant in een sollicitatiegesprek gevraagd worden of hij zich heeft laten inenten? Mag je een vaccinatieverplichting in de functie-eis opnemen? Is het antwoord op die laatste vraag anders voor zorgpersoneel?

Deze vragen komen op nu het ernaar uitziet dat volgend jaar kan worden begonnen met een grootschalige inentingsactie.

Verplichting inenten werknemer?
Kan een werkgever een werknemer verplichten zich te laten inenten? Nee, is het antwoord. Een werknemer heeft het recht op lichamelijke integriteit. Dit is in de Grondwet verankerd. Dit betekent dat het aan de werknemer is om zich al dan niet te laten inenten. Het inenten gebeurt op basis van vrijwilligheid.

Loondoorbetaling?
Een werkgever kan de werknemers dus niet verplichten zich te laten inenten. De werkgever heeft weliswaar een zorgplicht waar het gaat om de veiligheid en de gezondheid van de werknemer en de arbeidsomstandigheden, maar deze zorgplicht gaat niet zover dat hij kan afdwingen dat de werknemer zich laat vaccineren. Ook is het niet toegestaan de werknemer onder druk te zetten om zich te laten vaccineren. Het betreft hier immers een gegeven over de gezondheid dat is onderworpen aan de privacywetgeving.

Let op! Wordt een niet-ingeënte medewerker ziek, dan geldt dat de werkgever verplicht is ook in die situatie het loon door te betalen.

Sollicitatie
Tijdens een sollicitatiegesprek mag evenmin worden gevraagd of een werknemer zich heeft laten inenten of van plan is zich te laten inenten. Ook dit betreft immers een gezondheidsgegeven. Een gezondheidsgegeven is een bijzonder persoonsgegeven waarvoor een verbod op het verwerken van die gegevens geldt, tenzij er sprake is van een wettelijke uitzonderingssituatie. Uitdrukkelijke toestemming van de werknemer volstaat niet, omdat er – gelet op de afhankelijkheidsrelatie –vraagtekens geplaatst kunnen worden bij de vrijwilligheid van de gegeven toestemming.

Vaccinatieverplichting als functie-eis
Een vaccinatieverplichting opnemen als functie-eis kan alleen als er sprake is van een legitiem doel en de middelen om dat doel te bereiken, passend en noodzakelijk zijn. Er wordt daardoor immers onderscheid aangebracht tussen wel en niet-ingeënt personeel. Zoals aangegeven, geldt het beginsel van lichamelijke integriteit en het zelfbeschikkingsrecht. Een vaccinatieverplichting opnemen in een functie-eis is geen legitiem doel.

Vaccinatie essentieel bij sollicitant zorgmedewerker?
Is een vaccinatie cruciaal om het werk veilig te kunnen uitvoeren, zoals bij een sollicitant zorgmedewerker, dan kan de werkgever verlangen dat de sollicitant een medische keuring ondergaat. De bedrijfsarts mag navragen of de kandidaat gevaccineerd; dit op basis van de Wet op de Medische Keuringen. Vervolgens laat de bedrijfsarts weten of de kandidaat wel of niet geschikt is voor de functie. De reden wordt dan niet meegedeeld.

Vaccinatie bij zorgmedewerkers in dienst
Kan een werkgever wel bij zorgmedewerkers in vaste dienst een vaccinatie verplichten? Dat is erg lastig te beantwoorden, omdat alles rondom Corona nieuw is en er geen jurisprudentie over is. Uit de jurisprudentie uit het verleden volgt wel dat er vaak door de rechter in dergelijke gevallen een belangenafweging plaatsvindt tussen het individuele en het collectieve geval.

Contact
Zijn er vragen over bovenstaand bericht, neem dan vooral contact met ons op via telefoonnummer 0222-314141 voor onze vestiging op Texel of 0223-612255 voor onze vestiging in Den Helder.

Door |2020-12-10T09:28:00+01:0010 december 2020|Nieuws, Nieuws zonder blog|Reacties uitgeschakeld voor Kan de werkgever vaccinatie van een werknemer eisen?
  • Lage-inkomensvoordeel (LIV) in 2021 omlaag

Lage-inkomensvoordeel (LIV) in 2021 omlaag

Het lage-inkomensvoordeel (LIV) wordt met ingang van 2021 verlaagd van €0,51 naar €0,49 per verloond uur. Het huidige maximumbedrag van €1.000 per jaar wordt verlaagd naar €960. Dit staat in de Derde nota van wijziging op de Verzamelwet SZW 2021 van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Daling zet door
Met ingang van 2020 werd het LIV al van maximaal €2.000 verlaagd naar maximaal €1.000. Ook werd het jeugd-LIV verlaagd. Het jeugd-LIV zal met ingang van 2024 zelfs helemaal verdwijnen.

De daling zal de komende jaren doorzetten. Het budget van het LIV wordt per 2022 met €14,3 miljoen per jaar verlaagd. Maar omdat de uitbetaling van het LIV altijd één jaar later plaatsvindt, gaat het tarief van het LIV met ingang van 2021 dus al omlaag. De maatregelen worden genomen om de kosten te dekken van een minder snelle stijging van de AOW-leeftijd. Voor het verdwijnen van het jeugd-LIV zal naar oplossingen worden gezocht. Daarover is minister Koolmees met werkgevers in gesprek.

Voorwaarden voor het LIV
Het LIV is net als het jeugd-LIV en de loonkostenvoordelen (LKV) een tegemoetkoming die je als werkgever kunt ontvangen per verloond uur. De werknemer moet dan voldoen aan de volgende voorwaarden:
• de werknemer heeft in het kalenderjaar minimaal 1.248 verloonde uren (geldt niet voor jeugd-LIV);
• het gemiddelde uurloon per kalenderjaar van de werknemer is gebaseerd op minimaal 100% en maximaal 125% van het wettelijk minimumloon bij een werkweek van 40 uur;
• de werknemer heeft de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet bereikt, én
• de werknemer is verzekerd voor één of meerdere werknemersverzekeringen.

Geen actie nodig voor aanvragen LIV
Voor het aanvragen van het LIV hoef je geen actie te ondernemen. Het UWV beoordeelt aan de hand van de loonaangiften of je aan de voorwaarden voldoet. Vervolgens stuurt het UWV de informatie naar de Belastingdienst. Deze neemt de uiteindelijke beslissing. Je krijgt vóór 15 maart een voorlopige berekening en je kunt tot en met 1 mei correcties over het voorgaande jaar sturen. De definitieve berekening van het LIV ontvang je altijd vóór 1 augustus.

Contact
Zijn er vragen over bovenstaand bericht, neem dan vooral contact met ons op via telefoonnummer 0222-314141 voor onze vestiging op Texel of 0223-612255 voor onze vestiging in Den Helder.

Door |2020-11-18T10:11:52+01:0018 november 2020|Lonen, Nieuws, Nieuws zonder blog|Reacties uitgeschakeld voor Lage-inkomensvoordeel (LIV) in 2021 omlaag
  • De nieuwe fietsregeling: voor welke fiets en tegen welke waarde?

De nieuwe fietsregeling: voor welke fiets en tegen welke waarde?

Vanaf dit jaar geldt een nieuwe regeling voor de fiets van de zaak. Die regeling maakt een eind aan allerlei administratieve ballast door de invoering van een vast bijtellingspercentage van 7%. Voor welke fietsen geldt de regeling en welke waarde hanteer je dan?

Er bestaat geen wettelijke definitie van wat een fiets is. Voor de loonbelasting telt daarom als fiets wat in het gewone spraakgebruik als fiets wordt gezien. Dat geldt dus ook voor de elektrische fiets of e-bike.

Speed pedelec?
Lastiger wordt het bij een speed pedelec. Dat is een fiets met elektrische trapondersteuning met een maximale snelheid tussen de 25 km en de 45 km per uur. Voor de Wegenverkeerswet is dat geen fiets maar een bromfiets. In de loon- en inkomstenbelasting is de speed pedelec daarom specifiek toegevoegd aan het begrip ‘fiets’.

Gewone bromfietsen en snorfietsen vallen buiten deze bijtellingsregeling voor fietsen. Daarvoor moet je het privégebruik berekenen op basis van de werkelijk gereden privékilometers, vermenigvuldigd met de kostprijs per kilometer.

Racefiets of mountainbike?
Fiscaal kun je in de regeling ook sportieve fietsen zoals een racefiets of mountainbike inzetten als fiets van de zaak. Wel moet je dan goed bekijken of dat ook past in de fietsregeling van het bedrijf.

Wat is de waarde van de fiets?
Wat de waarde betreft waarover de 7% bijtelling wordt berekend, geldt als uitgangspunt de in Nederland door de fabrikant of importeur publiek kenbaar gemaakte consumentenadviesprijs. Als er voor de fiets geen consumentenadviesprijs bekend is, hanteer je de consumentenadviesprijs van de meest vergelijkbare fiets.

Deze waarde geldt zowel voor een nieuwe fiets als voor een gebruikte fiets. Anders dan bij de auto van de zaak (na 15 jaar wordt de bijtelling voor een auto over de werkelijke waarde berekend), geldt er geen maximaal aantal jaren waarin de nieuwprijs nog gehanteerd blijft worden.

Gebruikte fiets?
Voor gebruikte fietsen zal het niet altijd makkelijk zijn om de oorspronkelijke consumentenadviesprijs te achterhalen. De gezamenlijke fietsimporteurs en fabrikanten hebben daarom via de Stichting Digitaal Samenwerken Tweewielerbranche een online tool beschikbaar gesteld op de website www.bijtellingzakelijkefiets.nl. De database op deze website bevat de productgegevens van merken die zijn aangesloten bij de Stichting DST.

Waarde accessoires?
Accessoires bij de fiets kunnen deel uitmaken van de consumentenadviesprijs. Dan vallen ze ook onder de 7% bijtelling. Denk daarbij aan een accu-upgrade. Heb je als werkgever accessoires ter beschikking gesteld die geen deel uitmaken van de consumentenadviesprijs, denk bijvoorbeeld aan een kinderzitje of aan een regenpak, dan geldt de 7% bijtelling daarvoor niet. In plaats daarvan moet je deze accessoires op basis van het werkelijke privévoordeel verwerken in de loonheffing. Hiervoor kun je eventueel ook de vrije ruimte van de werkkostenregeling benutten.

Contact
Zijn er vragen over bovenstaand bericht, neem dan vooral contact met ons op via telefoonnummer 0222-314141 voor onze vestiging op Texel of 0223-612255 voor onze vestiging in Den Helder.

Door |2020-11-16T09:39:51+01:0016 november 2020|Nieuws, Nieuws zonder blog|Reacties uitgeschakeld voor De nieuwe fietsregeling: voor welke fiets en tegen welke waarde?
  • Aanvraag NOW 3.0 start 16 november

Aanvraag NOW 3.0 start 16 november

Vanaf maandag 16 november kunnen werkgevers bij het UWV de tegemoetkoming in de loonkosten NOW 3.0 voor de eerste periode aanvragen. De NOW 3.0 is een tegemoetkoming in de loonsom voor de periode oktober t/m juni 2021 die in drie delen kan worden aangevraagd.

Let op! De aanvraag voor deze eerste periode van oktober t/m december 2020 begint op 16 november en loopt tot en met 12 december. Er is dus maar één maand om de aanvraag te doen.

Tegemoetkoming afgebouwd
De tegemoetkoming wordt in vergelijking met de NOW 2.0 in twee stappen afgebouwd. Voor de eerste periode van drie maanden (oktober t/m december) bedraagt de tegemoetkoming nog maximaal 80% van de loonsom in plaats van 90% bij de NOW 1.0 en 2.0. Dit maximum krijgt de werkgever bij 100% omzetverlies. Bij geringer omzetverlies wordt de tegemoetkoming evenredig aangepast. Bij bijvoorbeeld 50% omzetverlies krijg je 40% tegemoetkoming.

Opslag 40%
Voor de berekening van de tegemoetkoming komt boven op de loonsom een opslag van 40%. Deze is bestemd voor werkgeverslasten, zoals de premies werknemersverzekeringen en de vakantiebijslag.

Voorschot
Werkgevers krijgen eerst een voorschot van 80% in drie stappen uitbetaald. Dit voorschot is gebaseerd op de loonsom van juni 2020 en op het verwachte omzetverlies. Achteraf wordt de definitieve NOW 3.0 vastgesteld op basis van het werkelijke omzetverlies en de werkelijke loonsom.

Let op! Het UWV streeft ernaar het eerste deel van het voorschot twee tot vier weken na de aanvraag uit te betalen. Vraag de NOW 3.0 dus zo snel mogelijk aan.

Daling loonsom
Je kunt onder de NOW 3.0 de loonsom iets verlagen zonder consequenties voor de uiteindelijke subsidie. In de eerste periode (oktober tot en met december 2020) kun je de loonsom laten dalen met 10%, in de tweede periode (januari tot en met maart) met 15%, en in de laatste periode van mei tot en met juni met 20%. De loonsom kan worden verlaagd door natuurlijk verloop, door ontslagen of door werknemers te vragen om een vrijwillig loonoffer.

Inspanningsverplichting
De ontslagboete is bij de NOW 3.0 verdwenen. In plaats daarvan is er een inspanningsverplichting voor werkgevers. Werkgevers die bedrijfseconomisch ontslag voor een werknemer aanvragen in een tijdvak waarin ze NOW-subsidie krijgen, zijn verplicht contact te zoeken met het UWV in het kader van hulp bij werk-naar-werk- begeleiding.

Contact
Zijn er vragen over bovenstaand bericht, neem dan vooral contact met ons op via telefoonnummer 0222-314141 voor onze vestiging op Texel of 0223-612255 voor onze vestiging in Den Helder.

Door |2020-11-09T11:13:36+01:009 november 2020|Lonen, Nieuws, Nieuws zonder blog|Reacties uitgeschakeld voor Aanvraag NOW 3.0 start 16 november
  • Fiets van de zaak: een interessant alternatief?

Fiets van de zaak: een interessant alternatief?

Vanaf dit jaar geldt een nieuwe regeling voor de fiets de zaak. Die regeling maakt een eind aan allerlei administratieve ballast. Hoe werkt de regeling en is de fiets van de zaak voor de werknemers of voor jezelf interessant?

Administratieve rompslomp
De oude fietsregeling bracht veel administratieve rompslomp met zich mee. Voordat de nieuwe regeling werd ingevoerd, moest je namelijk voor het belaste ‘loon in natura’ voor het gebruik van een fiets van de zaak exact bijhouden hoeveel je privé en zakelijk fietst. Dat is bij een fiets zonder kilometerteller nog veel lastiger dan bij een auto van de zaak. Om dit administratief makkelijker te maken is per 2020 een vast bijtellingspercentage van 7% ingevoerd en is de rittenregistratie vervallen.

Bijtelling
De ‘bijtelling’ is het spraakgebruik voor de waardering van het loon in natura voor het privégebruik van een fiets van de zaak. Een soortgelijke regeling geldt ook als jezelf als ondernemer een fiets van de zaak gebruikt.

Werknemer?
Gaat het om een fiets van een werknemer, dan geldt de bijtelling als de fiets door de werkgever ter beschikking is gesteld. Het maakt daarbij niet uit of je als werkgever de fiets hebt gekocht of geleast.

De bijtelling wordt bij werknemers tot het belaste loon gerekend. De werkgever draagt hierover loonbelasting en premies af. Belangrijk hierbij is wel dat het bij deze nieuwe 7%-bijtellingsregeling niet mag gaan om een fiets die direct eigendom wordt van de werknemer. Zou dat wel het geval zijn, dan is op het moment van het verstrekken of vergoeden van de fiets de hele waarde van die fiets in één keer belast als loon in natura.

Ondernemer?
Bent je ondernemer, dan krijgt je ook een bijtelling voor het privégebruik van de fiets als je de fiets tot het vermogen van de onderneming rekent of als de fiets door de onderneming wordt geleast. In principe komen dan alle kosten in aftrek op de winst. Maar als je de fiets ook voor privédoeleinden en/of woon-werkverkeer gebruikt, wordt de aftrek van de kosten deels gecorrigeerd door een privéonttrekking (de ‘bijtelling’) weer bij de winst te tellen.

Bijtelling
De bijtelling ofwel onttrekking voor het privégebruik van de fiets van de zaak bedraagt op jaarbasis 7% van de waarde van de fiets inclusief BTW.

Voorbeeld
Anne krijgt van haar werkgever een fiets ter beschikking met een consumentenadviesprijs van €3.199 inclusief BTW. Haar brutomaandloon bedraagt €3.500. De bruto bijtelling voor de fiets is dan 7% van €3.199, dus €223,93 per jaar. Per maand is dat €18,66. Daarover wordt bij haar €8,84 loonheffing ingehouden.

Voor werknemers wordt het bijtellingsbedrag dus bij het loon geteld. Ondernemers hebben geen loon, maar betalen belasting over hun winst. De bijtelling van de fiets wordt dan bij die winst uit onderneming geteld. Leuke bijkomstigheid voor ondernemers is dat je daardoor ook op de bijtelling de MKB-winstvrijstelling van 14% mag aftrekken. De inkomstenbelasting wordt in bovenstaand voorbeeld dan op jaarbasis berekend over (100% – 14%) x €223,93.

Contact
Zijn er vragen over bovenstaand bericht, neem dan vooral contact met ons op via telefoonnummer 0222-314141 voor onze vestiging op Texel of 0223-612255 voor onze vestiging in Den Helder.

Door |2020-11-06T08:45:04+01:006 november 2020|Nieuws, Nieuws zonder blog|Reacties uitgeschakeld voor Fiets van de zaak: een interessant alternatief?
  • Boete Arbowet met terugwerkende kracht verlaagd?

Boete Arbowet met terugwerkende kracht verlaagd?

Als je na een overtreding van de arbeidsomstandighedenwetgeving een bestuurlijke boete krijgt opgelegd door de Inspectie SZW en aansluitend adequate maatregelen neemt, dan kan de boete met terugwerkende kracht verlaagd worden met 12,5%. Dat is geregeld in een aanvulling op de Arbowet ingaande 13 oktober 2020.

Voorwaarden voor korting
Wanneer de Inspectie SZW in de onderneming een verwijtbare overtreding constateert, dan kun je een bestuurlijke boete krijgen. Zo’n boete mag worden opgelegd zonder tussenkomst van de rechter. Als je daarna goede wil toont door direct de juiste maatregelen te treffen, is het mogelijk dat je een vermindering van 12,5% van de opgelegde boete krijgt.

De maatregelen die je als werkgever neemt, moeten wel aan twee voorwaarden voldoen. Ze moeten enerzijds dezelfde of een vergelijkbare overtreding in de toekomst voorkomen en anderzijds moeten de maatregelen zo snel mogelijk na het constateren van de overtreding worden genomen.

Matigingsprincipe
Er bestaat in de Arbowet al een zogenaamd matigingsprincipe bij het opleggen van een boete. Als er een overtreding geconstateerd wordt waar je wel gedeeltelijk, maar niet volledig, maatregelen hebt genomen, kunt je een boete krijgen dat met een bepaald percentage is verlaagd. Nu is daaraan dus toegevoegd dat je ook nog een matiging kunt krijgen met terugwerkende kracht. Bovendien wordt de korting van 12,5% opgeteld bij het percentage van een eventuele eerdere matiging. Je kunt echter nooit op nul uitkomen.

Contact
Zijn er vragen over bovenstaand bericht, neem dan vooral contact met ons op via telefoonnummer 0222-314141 voor onze vestiging op Texel of 0223-612255 voor onze vestiging in Den Helder.

Door |2020-11-04T09:16:01+01:004 november 2020|Nieuws, Nieuws zonder blog|Reacties uitgeschakeld voor Boete Arbowet met terugwerkende kracht verlaagd?
  • Zakelijke auto wordt tijdelijk niet gebruikt, toch bijtelling?

Zakelijke auto wordt tijdelijk niet gebruikt, toch bijtelling?

Als aan een werknemer of ondernemer een auto ter beschikking staat, is de bekende bijtelling van toepassing. Maar wat nu als de auto tijdelijk niet gebruikt wordt, bijvoorbeeld wegens arbeidsongeschiktheid?

Dienstbetrekking?
Bepalend voor het antwoord voor werknemers is of er nog sprake is van een dienstbetrekking. Bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid of loopbaanonderbreking is dit nog steeds het geval en geldt gewoon de bijtelling. Ook als de werknemer de auto helemaal niet kan gebruiken, omdat hij bijvoorbeeld in het ziekenhuis ligt. De auto staat immers nog steeds ter beschikking.

Einde dienstverband
Staat de auto ná het dienstverband nog een tijd ter beschikking, dan geldt de bijtelling niet meer. Wel moet de voormalig werknemer dan belasting betalen over het privégebruik. Hiervoor moet je een reële kilometerprijs hanteren. Het privégenot van de auto wordt belast als loon uit vroegere dienstbetrekking.

Wat voor de ondernemer?
Een DGA wordt gelijkgesteld met een werknemer, dus het bovenstaande geldt ook voor hem. Voor de ondernemer in de inkomstenbelasting ligt het anders. Bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid blijft de bijtelling gewoon van toepassing, maar bij staking van de onderneming niet meer. De auto zal dan verkocht worden of naar privé overgebracht.

Bijtelling voorkomen?
Soms zal men een bijtelling willen voorkomen. Bijvoorbeeld als een auto langdurig niet gebruikt kan worden en er toch al een auto in het gezin beschikbaar is. In dat geval kan een werknemer de papieren en sleutels bij de baas inleveren, waarna de auto niet meer ‘ter beschikking staat’ en de bijtelling achterwege blijft. Leg een en ander ook schriftelijk vast, zodat je discussie met de fiscus voorkomt.

Let op! Voor een DGA gaat dit niet op, omdat hij zelf over de sleutels blijft beschikken. Dit is alleen anders als het een leaseauto betreft en de DGA het leasecontract, indien mogelijk, tijdelijk opzegt.

Contact
Zijn er vragen over bovenstaand bericht, neem dan vooral contact met ons op via telefoonnummer 0222-314141 voor onze vestiging op Texel of 0223-612255 voor onze vestiging in Den Helder.

Door |2020-10-29T13:38:46+01:0029 oktober 2020|Nieuws, Nieuws zonder blog|Reacties uitgeschakeld voor Zakelijke auto wordt tijdelijk niet gebruikt, toch bijtelling?
  • Compensatieregeling transitievergoeding gedeeltelijk uitgesteld

Compensatieregeling transitievergoeding gedeeltelijk uitgesteld

Het kabinet stelt de compensatieregeling voor transitievergoedingen bij bedrijfsbeëindiging door ziekte of gebreken van de werkgever uit. Transitievergoedingen bij pensionering of overlijden van de werkgever kunnen vanaf 1 januari 2021 wel aangevraagd worden.

Oorspronkelijk ook compensatie bij ziekte of gebreken
Volgens het regeerakkoord kunnen werkgevers in twee situaties compensatie aanvragen voor betaalde transitievergoedingen. Sinds 1 april 2020 is het mogelijk om compensatie aan te vragen voor transitievergoedingen die zijn betaald bij ontslag vanwege langdurig arbeidsongeschiktheid van werknemers.

Per 1 januari 2021 zouden kleine werkgevers (met minder dan 25 werknemers) ook compensatie aan kunnen vragen voor betaalde transitievergoedingen als de onderneming is beëindigd vanwege ziekte of gebreken en bij pensionering of overlijden van de werkgever.

Uitgesteld
De compensatieregeling bij bedrijfsbeëindiging vanwege ziekte of gebreken van de werkgever is nu echter uitgesteld. Bij dit onderdeel moet namelijk worden getoetst of de werkgever binnen 6 maanden zijn werkzaamheden kan voortzetten. Het UWV en beroepsverenigingen van bedrijfs- en verzekeringsartsen hebben nog geen overeenstemming bereikt over hoe dat getoetst kan worden. Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft dit eerder bekendgemaakt in een brief aan de Tweede Kamer.

Voorwaarden voor compensatie
Om in aanmerking te komen voor compensatie geldt een aantal voorwaarden. Zo moet het gaan om een kleine onderneming met minder dan 25 werknemers. Verder moet het UWV voor minstens één werknemer toestemming verlenen de arbeidsovereenkomst op te zeggen om bedrijfseconomische redenen, en dan specifiek om het vervallen van arbeidsplaatsen vanwege beëindiging van de werkzaamheden. De overige contracten kunnen ook op andere manieren zijn beëindigd, bijvoorbeeld van rechtswege of met wederzijds goedvinden. De definitieve regeling voor het aanvragen van compensatie bij bedrijfsbeëindiging is nog niet bekend.

Contact
Zijn er vragen over bovenstaand bericht, neem dan vooral contact met ons op via telefoonnummer 0222-314141 voor onze vestiging op Texel of 0223-612255 voor onze vestiging in Den Helder.

Door |2020-10-28T09:26:23+01:0028 oktober 2020|Nieuws, Nieuws zonder blog|Reacties uitgeschakeld voor Compensatieregeling transitievergoeding gedeeltelijk uitgesteld