werknemer

  • Sluitende kilometeradministratie niet altijd vereist

Sluitende kilometeradministratie niet altijd vereist

Als je een auto van de zaak rijdt, hoef je geen bijtelling te betalen als je de auto in het jaar niet meer dan 500 km privé hebt gebruikt. Dit moet je wel kunnen bewijzen. Een sluitende kilometeradministratie is daartoe erg nuttig, maar niet in alle gevallen een vereiste.

Minder dan 500 km privé
Wel is vereist dat je bewijst dat de auto maximaal 500 km privé hebt gebruikt. Hóe je dat bewijst, mag je zelf weten. In een zaak bij de rechtbank Noord-Holland was een Excel-bestand met de rittenstaat beschadigd geraakt en achteraf hersteld.

Rittenstaat niet foutloos
Bij de hersteloperatie achteraf had de betreffende ondernemer onder meer gebruikgemaakt van zijn urenregistratie, zijn agenda, facturen en een routeplanner. De rittenstaten over een periode van vijf jaar waren daardoor niet foutloos.

Bewijs voldoende
Voor de rechter was voor twee jaren voldoende duidelijk dat er met de auto in die jaren niet meer dan 500 km privé was gereden. Echter voor drie jaren was dat niet het geval en bleven de navorderingsaanslagen in stand.

Tip! Zorg voor een goede back-up van de rittenregistratie of sla deze op in de ‘cloud’, zodat een technisch mankement je niet noodlottig wordt. Het gaat immers om forse bedragen!

Contact
Zijn er vragen over bovenstaand bericht, neem dan vooral contact met ons op via telefoonnummer 0222-314141 voor onze vestiging op Texel of 0223-612255 voor onze vestiging in Den Helder.

Door |2021-01-29T10:05:36+01:0029 januari 2021|Nieuws, Nieuws zonder blog|Reacties uitgeschakeld voor Sluitende kilometeradministratie niet altijd vereist
  • Forse uitbreiding steunpakket: er wijzigt veel!

Forse uitbreiding steunpakket: er wijzigt veel!

Ondernemers die vanwege de Coronamaatregelen fors gedupeerd worden, krijgen opnieuw financiële compensatie. Bestaande maatregelen worden verbeterd en nieuwe geïntroduceerd.

Tegemoetkoming loonkosten
De tegemoetkoming in de loonkosten via de NOW wordt niet versoberd maar juist verruimd. Zo gaat de maximale compensatie 85% bedragen in plaats van 80% nu, bij 100% omzetverlies. De voorziene vermindering van het maximum per werknemer per 1 april van twee keer naar één keer het maximum dagloon, is van de baan.

Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)
Ook de TVL wordt verruimd. Vanaf 30% omzetverlies krijgt een ondernemer 85% van de vaste lasten vergoed. De vergoeding kent dus geen aflopende staffel meer. De regeling is vanaf 1 januari ook geopend voor bedrijven met meer dan 250 werknemers in dienst. Bovendien komt er een soortgelijke regeling voor de land- en tuinbouw.

Het maximum van de TVL gaat verder omhoog van €90.000 naar €330.000 en naar €400.000 voor bedrijven met meer dan 250 werknemers. De minimum van de TVL gaat omhoog van €750 naar €1.500. Bovendien komt er extra steun via de TVL voor starters.

Verhoging voorraadsubsidie
Vanwege de lockdown voor niet-essentiële winkels gaat de voorraadsubsidie voor de detailhandel in de non-food ook omhoog. De opslag op de TVL bedraagt in het eerste kwartaal van 2021 21%. Dit komt neer op een subsidie van 17,85% van de omzet (21% x 85%). Het maximum wordt eveneens verhoogd naar €200.000. De subsidie wordt niet beperkt door de maxima van de TVL zelf.

Geen vermogenstoets TOZO
De TOZO krijgt per 1 april 2021 toch geen vermogenstoets, zoals eerder gepland. Dit betekent dat zelfstandigen ook in aanmerking komen voor inkomensondersteuning als het inkomen onder het sociaal minimum daalt en men over vermogen beschikt.

Extra fiscale maatregelen
Er is ook een fiscaal pakket aan extra maatregelen gelanceerd:

  • de vrije ruimte in de werkkostenregeling bedraagt ook in 2021 voor de eerste €400.000 van de loonsom 3%;
  • het uitstel van betaling van belastingschulden wordt verlengd tot 1 juli 2021. Aflossen moet vanaf 1 oktober. Dit betekent een verlenging van beide maatregelen met drie maanden;
  • DGA’s mogen het gebruikelijk loon ook in 2021 lager vaststellen als de omzet met minstens 30% is gedaald. De daling mag maximaal evenredig zijn aan de omzetdaling in 2021 ten opzichte van 2019;
  • zelfstandig ondernemers mogen voor de periode 1 januari t/m 30 juni 2021 voor het urencriterium, dat onder meer bepalend is voor het recht op zelfstandigenaftrek, uitgaan van minstens 24 gewerkte uren per week;
  • vaste reiskostenvergoedingen voor het woon-werkverkeer mogen tot 1 april van dit jaar aan thuiswerkers onbelast worden doorbetaald.

Contact
Zijn er vragen over bovenstaand bericht, neem dan vooral contact met ons op via telefoonnummer 0222-314141 voor onze vestiging op Texel of 0223-612255 voor onze vestiging in Den Helder.

Door |2021-01-25T10:07:41+01:0025 januari 2021|Nieuws, Nieuws zonder blog|Reacties uitgeschakeld voor Forse uitbreiding steunpakket: er wijzigt veel!
  • Gebruikelijk loon DGA verhoogd

Gebruikelijk loon DGA verhoogd

Het gebruikelijk loon dat een DGA jaarlijks verplicht uit de BV dient op te nemen, is dit jaar verhoogd naar €47.000. Vorig jaar mocht een DGA nog uitgaan van een gebruikelijk loon van €46.000.

Hoogte gebruikelijk loon
Het gebruikelijk loon dient te worden vastgesteld op 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking of op het hoogste loon van de werknemers die in dienst zijn bij de BV, indien een van deze bedragen meer is dan €47.000.

Let op! Is het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager dan €47.000, dan wordt het gebruikelijk loon vastgesteld op dit bedrag.

Ook lager gebruikelijk loon onder bijzondere omstandigheden
Een lager gebruikelijk loon is onder bepaalde bijzondere omstandigheden ook mogelijk. Het gaat dan om BV’s die voor toepassing van de S&O-afdrachtvermindering in 2021 als starter wordt aangemerkt, overige startende BV’s die het gebruikelijk loon niet kunnen betalen en om verlieslijdende BV’s. Hiervoor gelden wel aanvullende voorwaarden.

Corona
Voor het jaar 2020 was bepaald dat ook BV’s die getroffen werden door de Coronacrisis, het gebruikelijk loon lager konden vaststellen. Het is nog onduidelijk of deze maatregel ook voor 2021 zal gelden.

Denk je dat je dit jaar het gebruikelijk loon onder de verplichte norm wilt of moet stellen, neem dan contact met ons op.

Contact
Zijn er vragen over bovenstaand bericht, neem dan vooral contact met ons op via telefoonnummer 0222-314141 voor onze vestiging op Texel of 0223-612255 voor onze vestiging in Den Helder.

Door |2021-01-21T11:11:08+01:0021 januari 2021|Nieuws, Nieuws zonder blog|Reacties uitgeschakeld voor Gebruikelijk loon DGA verhoogd
  • Fiets van de zaak: ter beschikking stellen, vergoeden of verstrekken?

Fiets van de zaak: ter beschikking stellen, vergoeden of verstrekken?

Vanaf 2020 geldt een nieuwe regeling voor de fiets van de zaak. Het lage bijtellingspercentage van 7% maakt de fiets een aantrekkelijke voorwaarde. In dit artikel gaan we dieper in diverse mogelijkheden die je als werkgever hebt ten aanzien van het fietsgebruik. Niet alle vormen vallen namelijk onder de lage bijtelling.

‘Verstrekken’
In de loonbelastingwetgeving staan verschillende termen voor het gebruik van de fiets. Allereerst de term ‘verstrekken’: als de werkgever aan de werknemer een fiets verstrekt, gaat de fiets in eigendom over op de werknemer. Die verstrekking is belast loon in natura voor de waarde van de fiets.

‘Vergoeden’
Vervolgens kennen we het begrip ‘vergoeden’: de werkgever betaalt aan de werknemer de door de werknemer privé gemaakte kosten voor de fiets. Dat kan een eenmalige vergoeding zijn voor de aankoopkosten van de fiets, maar meestal betaalt de werkgever een reiskostenvergoeding, die onbelast is tot € 0,19 per kilometer.

‘Ter beschikking stellen’
Als derde hebben we het begrip ‘ter beschikking stellen’: de werkgever koopt of leaset een fiets en de werknemer mag deze onder bepaalde voorwaarden gebruiken. De regels van de 7%-bijtelling gelden voor deze derde variant.

Lage bijtelling
Wil je de gunstige lage bijtellingsregeling voor het privégebruik van een fiets van de zaak gebruiken, dan blijft er uit de drie hierboven beschreven mogelijkheden maar één over, namelijk het ter beschikking stellen van een fiets. Mag zo’n fiets vanaf de werklocatie gebruikt worden voor zakelijke ritten, en gaat de werknemer niet met de fiets naar huis, dan is er geen belast privégebruik. Gebruikt de werknemer de fiets wel voor woon-werkverkeer, dan geldt het forfaitaire bijtellingspercentage voor privégebruik van 7% van de consumentenadviesprijs. Het woon-werkverkeer is weliswaar zakelijk, maar bij woon-werkverkeer kent de wet voor de fiets de fictie dat de fiets dan ook privé gebruikt wordt.

Cafetariaregeling
Ook als de werkgever een fiets ter beschikking stelt, kun je als werkgever en werknemer samen kiezen voor een cafetariaregeling. De werknemer levert dan brutoloon in, en krijgt in ruil daarvoor de fiets ter beschikking gesteld. Fiscaal levert dat een besparing op omdat de werknemer voor de fiets slechts belast wordt voor het bedrag van het forfait.

Eigendom
In vergelijking met de beide andere vormen (verstrekken of vergoeden van de fiets) valt op dat de werknemer bij een ter beschikking gestelde fiets géén eigenaar van de fiets wordt. Eigendomsoverdracht na afloop van een leasecontract is overigens vaak wel mogelijk. Betaalt de werknemer een zakelijke prijs, dan is er daarbij geen belast loon. Zou er wel een voordeel ontstaan door een aankoopprijs die lager is dan de marktwaarde, dan kun je dat als werkgever eventueel onderbrengen in de zogenaamde ‘vrije ruimte’ van de werkkostenregeling van de loonbelasting.

Contact
Zijn er vragen over bovenstaand bericht, neem dan vooral contact met ons op via telefoonnummer 0222-314141 voor onze vestiging op Texel of 0223-612255 voor onze vestiging in Den Helder.

Door |2021-01-18T13:04:37+01:0018 januari 2021|Nieuws, Nieuws zonder blog|Reacties uitgeschakeld voor Fiets van de zaak: ter beschikking stellen, vergoeden of verstrekken?
  • Top 10 wijzigingen 2021 voor de werkgever

Top 10 wijzigingen 2021 voor de werkgever

Per 1 januari zijn er weer tal van wijzigingen doorgevoerd voor de werkgever en de DGA, van de WKR tot Corona-gerelateerde regelingen. Welke tien wijzigingen springen in het oog?

Let op! Bepaalde regelingen, zoals de vaste reiskostenvergoeding en de NOW 3.0, worden mogelijk verlengd dan wel gewijzigd nu er een dezer dagen nieuwe steunmaatregelen bekend worden gemaakt.

1. Wijziging werkkostenregeling 2021
Per 1 januari 2021 gaat de vrije ruimte binnen de WKR naar 1,7% over de eerste €400.000 van de loonsom. Over het meerdere van de loonsom wordt de vrije ruimte 1,18%. In 2020 was naar aanleiding van de Coronacrisis de vrije ruimte (eenmalig) verhoogd naar 3% over de eerste €400.000 van de loonsom.

Concernregeling 2021
Heb je meerdere BV’s? Dan kun je gebruikmaken van de zogenaamde concernregeling. Deze concernregeling kan nadelig uitpakken. Voor het concern in zijn geheel wordt de vrije ruimte namelijk bepaald op 1,7% van de eerste €400.000 van de totale loonsom van het concern en op 1,18% over het meerdere. Je mag dus niet uitgaan van de vrije ruimte per onderdeel van het concern.

Tip! Ga eerst na of de concernregeling wel voordelig voor je is. Je hoeft dit uiterlijk pas in het tweede aangiftetijdvak te beslissen.

2. Gebruikelijk loon DGA 2021
Het gebruikelijk loon voor de DGA stijgt in 2021 naar €47.000. In 2020 was dit nog €46.000. De regeling voor gebruikelijk loon geldt voor iedereen die een aanmerkelijk belang heeft in een vennootschap en ook werk verricht voor diezelfde onderneming. Zij moeten in de loonaangifte een salaris opnemen dat ‘gebruikelijk’ is voor de werkzaamheden. Voor 2021 geldt dus als richtlijn een salaris van €47.000.

3. Vaste reiskostenvergoeding
Krijgen de werknemers een vaste reiskostenvergoeding en werken zij vanwege het Coronavirus (bijna) volledig thuis? Dan kun je in ieder geval tot 1 februari 2021 deze vergoeding nog onbelast doorbetalen. Ook al worden deze reiskosten als gevolg van het thuiswerken niet meer (volledig) gemaakt. Wel is de voorwaarde dat het vaste vergoedingen betreft die al voor 13 maart 2020 werden toegekend.

In januari 2021 komt het kabinet terug op hoe het na 1 februari 2021 om wil gaan met de onbelaste vaste reiskostenvergoedingen. De verwachting is ook dat er meer duidelijkheid komt over een eventuele thuiswerkvergoeding.

4. Nieuwe UWV-uitvoeringsregels bij ontslag
Bij ontslag om bedrijfseconomische redenen of wegens langdurige arbeidsongeschiktheid is het UWV de aangewezen instantie om een ontslagaanvraag in te dienen. Deze regels zijn vastgelegd in de Regeling UWV ontslagprocedure. Bij het aanvragen van dit ontslag is het van belang dat de ontslagprocedure goed wordt gevolgd. Daarbij moet je bijvoorbeeld denken aan de termijn voor het aanvullen van een incompleet verzoek, de termijnen voor hoor en wederhoor en wanneer uitstel kan worden verleend.

Per 1 september 2020 zijn de uitvoeringsregels ontslagprocedure van het UWV aangepast alsook de uitvoeringsregels ontslag om bedrijfseconomische redenen. Raadpleeg voordat je een ontslagaanvraag indient eerst de UWV-uitvoeringsregels, zodat je niet voor verrassingen komt te staan. Deze uitvoeringsregels kun je downloaden op de website van het UWV.

5. Compensatie transitievergoeding mogelijk bij einde bedrijf door pensioen of overlijden
Staak je het bedrijf door pensionering? Dan kun je vanaf 1 januari 2021 aanspraak maken op een compensatie van de transitievergoedingen voor de werknemers. Het gaat hier om bedrijven met minder dan 25 werknemers.

De overheid wil voorkomen dat werkgevers die door pensionering gedwongen zijn hun onderneming te staken, privévermogen moeten aanwenden om hun werknemers de transitievergoeding uit te kunnen betalen.

De compensatie transitievergoeding bij beëindiging van het bedrijf is geregeld in de Wet Arbeidsmarkt in Balans. Voor de berekening van het aantal werknemers is het niet van belang of de werknemer een tijdelijk of een vast contract heeft. Er geldt geen terugwerkende kracht bij deze regeling.

Erfgenamen en/of medewerkgevers kunnen na het overlijden van de werkgever geconfronteerd worden met een onderneming die zij niet willen of kunnen voortzetten. Bedrijfsbeëindiging gevolgd door het ontslag van de werknemers zal dan de enige optie zijn. De erfgenamen van de overleden werkgever die na aanvaarding van zijn nalatenschap van rechtswege werkgever zijn geworden, zijn bij beëindiging van de dienstverbanden dan een transitievergoeding verschuldigd aan alle ontslagen werknemers. Daarvoor kan ook compensatie worden aangevraagd.

6. Baangerelateerde Investeringskorting (BIK)
Het kabinet stimuleert bedrijven om investeringen te doen met een nieuwe investeringskorting, de Baangerelateerde Investeringskorting (BIK). Deze tijdelijke regeling zorgt ervoor dat bedrijven ook in deze roerige tijden blijven investeren in bijvoorbeeld nieuwe machines. De regeling geldt voor nieuwe investeringen die vanaf 1 januari 2021 tot uiterlijk 31 december 2022 worden gedaan. Bij grote investeringen in een jaar is de korting tot €5 miljoen 3,9%, daarboven 1,8%. Bedrijven kunnen de investeringskorting verrekenen met de af te dragen loonheffing.

Let op! Vanwege de verrekening met de loonheffing is de BIK alleen interessant voor bedrijven met personeel.

Het is niet toegestaan een investering – waarvoor de BIK wordt verkregen – aan een derde ter beschikking te stellen. Het maakt niet uit of deze derde een Nederlands of buitenlands bedrijf is.

Let op! Het is nog niet zeker of ook een fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting de BIK kan aanvragen. Eerst moet er groen licht komen van de Europese Commissie of dit onderdeel van de BIK geoorloofde steun is.

7. Stijging vrijwilligersvergoeding in 2021
De maximale vrijwilligersvergoeding stijgt in 2021 naar €1.800 per jaar (2020: €1.700) en €180 per maand (2020: €170). Het kan zijn dat je vrijwilligers meer uitbetaald dan bovengenoemde vergoedingen. En dat het bedrag ook hoger is dan de door de vrijwilliger gemaakte kosten. De hele vergoeding is voor de vrijwilliger belast voor de inkomstenbelasting. Wijs de vrijwilliger er dan op dat hij/zij deze inkomsten moet opgeven in de aangifte inkomstenbelasting.

Dit geldt ook als een vrijwilliger bij meerdere organisaties een onbelaste vergoeding krijgt en opgeteld de totale vergoeding meer is dan het maximumbedrag van €1.800.

8. Webmodule ZZP
De webmodule waarmee opdrachtgevers kunnen zien of ze werk mogen laten uitvoeren door een zelfstandige (iemand buiten loondienst), is 11 januari begonnen. Deze pilot gaat zes maanden lopen.

De module geeft op basis van ingevulde informatie een van de volgende oordelen:

  1. opdrachtgeversverklaring: de opdracht kan buiten dienstbetrekking worden verricht;
  2. indicatie voor dienstbetrekking: er zijn sterke aanwijzingen dat er sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking;
  3. geen oordeel mogelijk: op grond van de gegeven antwoorden is niet duidelijk of sprake is van werken buiten dienstbetrekking of van werken in dienstbetrekking.

Deze uitkomsten hebben in de pilotfase overigens geen juridische status.

9. NOW 3.0
De NOW-regeling is bedoeld voor werkgevers die als gevolg van het Coronavirus kampen met een substantieel omzetverlies (ten minste 20% en per april 2021 ten minste 30%). Werkgevers kunnen bij het UWV een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming in de loonkosten, en hiervoor een voorschot ontvangen. Daarmee kunnen zij werknemers met een vast en met een flexibel contract doorbetalen. Je kunt voor de aanvraag voor het tweede tijdvak terecht van 15 februari tot en met 14 maart 2021.

10. Tijdelijke versoepeling van de RVU-heffing
Als onderdeel van het pensioenakkoord is met ingang van 1 januari 2021 voor regelingen voor vervroegde uittreding (RVU-regelingen) de tijdelijke RVU-drempelvrijstelling ingevoerd. Dat betekent dat de RVU-heffing van 52% voor jou als werkgever tijdelijk en onder voorwaarden achterwege blijft, voor zover de betalingen in het kader van de RVU onder het bedrag van de drempelvrijstelling blijven.

De voorwaarden voor de RVU-drempelvrijstelling zijn als volgt:

  • de uitkering ingevolge de RVU-regeling wordt toegekend in (maximaal) 36 maanden direct voorafgaand aan het bereiken van de AOW-leeftijd van de werknemer;
  • het bedrag van de drempelvrijstelling wordt per maand berekend;
  • de RVU-drempelvrijstelling geldt voor de periode van maximaal 36 maanden direct voorafgaand aan de AOW-leeftijd. Gaat de uitkering minder dan 36 maanden vóór de AOW-leeftijd in, dan geldt de vrijstelling alleen nog voor de resterende maanden;
  • de werknemer heeft uiterlijk 31 december 2025 de leeftijd bereikt die (maximaal) 36 maanden vóór de AOW-leeftijd ligt;
  • de RVU-drempelvrijstelling bedraagt maximaal een bedrag dat, na vermindering van loonbelasting en premies volksverzekeringen, gelijk is aan het nettobedrag van de AOW-uitkering voor alleenstaande personen zoals dat geldt op 1 januari van het jaar waarin de uitkering plaatsvindt.

Contact
Zijn er vragen over bovenstaand bericht, neem dan vooral contact met ons op via telefoonnummer 0222-314141 voor onze vestiging op Texel of 0223-612255 voor onze vestiging in Den Helder.

Door |2021-01-15T11:14:46+01:0015 januari 2021|Lonen, Nieuws, Nieuws zonder blog|Reacties uitgeschakeld voor Top 10 wijzigingen 2021 voor de werkgever
  • Let op bij de laatste BTW-aangifte van 2020!

Let op bij de laatste BTW-aangifte van 2020!

Nog even en je moet de laatste BTW-aangifte van 2020 indienen. Daarbij is het opletten geblazen, want deze aangifte bevat een aantal specifieke punten. En deze kunnen je in een gunstig geval fiscale voordelen opleveren.

Personeelsuitgaven
De BTW op personeelsuitgaven, zoals een kerstpakket, is alleen aftrekbaar als je in 2020 aan personeelsvoorzieningen voor een werknemer niet meer dan €227 exclusief BTW hebt uitgegeven. Zijn de uitgaven voor een werknemer hoger geweest, dan is de BTW over alle personeelsvoorzieningen van deze werknemer niet aftrekbaar. Als je dit nog niet op een rij hebt over het afgelopen jaar, moet je dus nog even in de administratie moeten duiken.

Relatiegeschenken
Voor de BTW op relatiegeschenken geldt iets vergelijkbaars. Deze BTW is voor jou aftrekbaar als je relatie, wanneer hij het geschenk zelf gekocht zou hebben, de BTW voor 30% of meer had kunnen aftrekken. Is dit niet het geval, dan is de BTW toch aftrekbaar als de relatiegeschenken aan een bepaalde relatie in 2020 niet meer dan €227 exclusief BTW gekost hebben. Je zult dus ook de relatiegeschenken moeten bijhouden.

Let op! Geef je als ondernemer onverkoopbare voedingsmiddelen weg aan bijvoorbeeld de voedselbank, dan is de BTW hierop wel aftrekbaar, ook als het bedrag meer dan €227 is.

Medische hulpmiddelen vanwege Corona?
Heb je vanwege de Coronacrisis medische hulpmiddelen aan zorginstellingen, -inrichtingen en huisartsen gratis weggegeven, dan is de BTW hierop gewoon aftrekbaar als je de BTW normaal gesproken ook kunt aftrekken. Je moet wel op de factuur vermelden dat je gebruikmaakt van deze goedkeuring. De goedkeuring heeft betrekking op de periode van 16 maart 2020 t/m 31 december 2020.

Auto van de zaak
Bij een auto van de zaak kun je alle BTW in aftrek brengen, maar moet je aan het eind van het jaar en dus in deze BTW-aangifte een correctie voor privégebruik toepassen. Die is de eerste vijf jaar 2,7% van de cataloguswaarde, de jaren erna is dit 1,5%.

Privéauto
Gebruik je je privéauto ook zakelijk, dan kun je alle ritten bijhouden en alleen de BTW op gebruik en onderhoud aftrekken die toerekenbaar is aan het zakelijk gebruik. Woon-werkverkeer wordt hierbij als privé aangemerkt. Zonder kilometeradministratie moet je uitgaan van een correctie van 1,5% van de cataloguswaarde.

Privégebruik
Voor (investerings)goederen die je ook privé gebruikt, zoals een PC, kun je in beginsel alle BTW in aftrek brengen en dit aan het eind van het jaar corrigeren voor het privégebruik. Is het privégebruik bijvoorbeeld de helft, dan mag je ook maar 50% van de BTW verrekenen. Voor investeringsgoederen moet je dit vijf jaar lang volgen en corrigeren, voor onroerend goed zelfs tien jaar. Hierna heeft een wijziging van het privégebruik geen BTW-gevolgen meer.

Vrijgesteld gebruik
Een soortgelijke regeling geldt als je niet alleen belaste prestaties verricht, maar ook vrijgestelde prestaties zoals het afsluiten van verzekeringen. Je mag dan een evenredig deel van de BTW niet verrekenen. Je moet voor investeringsgoederen weer vijf jaar volgen welk deel van de omzet belast is en corrigeren indien dit afwijkt van de aanname bij aankoop van het investeringsgoed. Voor onroerend goed moet je dit weer tien jaar volgen/corrigeren.

Contact
Zijn er vragen over bovenstaand bericht, neem dan vooral contact met ons op via telefoonnummer 0222-314141 voor onze vestiging op Texel of 0223-612255 voor onze vestiging in Den Helder.

Door |2021-01-13T10:15:52+01:0013 januari 2021|Nieuws, Nieuws zonder blog|Reacties uitgeschakeld voor Let op bij de laatste BTW-aangifte van 2020!
  • Houd rekening met gevolgen einde levensloopregeling

Houd rekening met gevolgen einde levensloopregeling

De levensloopregeling is in 2012 beëindigd. De nog resterende bedragen aan levenslooptegoed worden uiterlijk in 2021 uitbetaald en tot het inkomen gerekend. Dit kan tot grote, onvoorziene gevolgen leiden voor de ontvanger van het tegoed.

Levensloopregeling
Via de levensloopregeling konden werknemers een deel van hun brutosalaris sparen voor onbetaald verlof. Of om eerder te stoppen met werken. Werknemers kunnen echter ook nu nog over een levenslooptegoed beschikken.

Einddatum 1 november 2021
De datum van 1 november 2021 zal, als het wetsvoorstel wordt aangenomen, gelden als fictief genietingsmoment. Daardoor zal over het levensloopsaldo belasting moeten worden betaald.

Gevolgen voor inkomensafhankelijke regelingen
De verandering in het inkomen van degenen die het tegoed krijgen uitbetaald, heeft effect op inkomensafhankelijke regelingen, waaronder toeslagen, en heffingskortingen. Om deze effecten te vermijden had men de aanspraken ingevolge de levensloopregeling over een langere periode op kunnen nemen.

Omvang tegoeden
Het blijkt dat er nog naar schatting zo’n €1,5 à €2 miljard aan levenslooptegoeden uitstaat. Dit betreft 36.000 à 45.000 personen, gemiddeld dus circa €40.000 per persoon.

Tip! Houd er rekening mee dat je volgend jaar de uitbetaling van het levenslooptegoed tegemoet kunt zien, bijvoorbeeld bij het aanvragen van toeslagen. Je kunt zo voorkomen dat je achteraf te veel ontvangen toeslagen terug moet betalen.

Contact
Zijn er vragen over bovenstaand bericht, neem dan vooral contact met ons op via telefoonnummer 0222-314141 voor onze vestiging op Texel of 0223-612255 voor onze vestiging in Den Helder.

Door |2020-12-23T09:38:49+01:0023 december 2020|Geen categorie|Reacties uitgeschakeld voor Houd rekening met gevolgen einde levensloopregeling
  • DGA, verlaag gebruikelijk loon en betaal minder inkomstenbelasting

DGA, verlaag gebruikelijk loon en betaal minder inkomstenbelasting

Als DGA ben je verplicht jaarlijks een zogenaamd gebruikelijk loon aan je BV te onttrekken. Je kunt dit gebruikelijk loon echter beperken, door er de bijtelling voor de auto van de zaak en kostenvergoedingen op in mindering te brengen. Zodoende betaal je minder belasting in box 1.

Gebruikelijk loon
Het gebruikelijk loon dient in 2020 ten minste €46.000 te bedragen. Het moet worden vastgesteld op 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking of op het hoogste loon van de werknemers die in dienst zijn bij de BV, indien een van deze bedragen meer is dan €46.000.

Belast in box 1
Het gebruikelijk loon van de DGA is belast in box 1. Het tarief in deze box kan oplopen tot 49,5% en ligt een stuk hoger dan wanneer de DGA dividend opneemt. Een zo laag mogelijk gebruikelijk loon is in de regel dan ook voordelig.

Bijtelling in mindering
De DGA met een auto van de zaak mag de bekende bijtelling op het gebruikelijk loon in mindering brengen. Voor een auto met een cataloguswaarde van bijvoorbeeld €50.000 en een bijtelling van 22%, scheelt dit dus €50.000 x 22% = €11.000.

Ook kostenvergoedingen in mindering
Daarnaast mogen ook kostenvergoedingen in mindering worden gebracht, zowel belaste als onbelaste, voor zover ze individualiseerbaar zijn. Dit geldt ook voor kostenvergoedingen die in de vrije ruimte van de werkkostenregeling, de WKR, ondergebracht worden.

Contact
Zijn er vragen over bovenstaand bericht, neem dan vooral contact met ons op via telefoonnummer 0222-314141 voor onze vestiging op Texel of 0223-612255 voor onze vestiging in Den Helder.

Door |2020-12-22T10:09:53+01:0022 december 2020|Nieuws, Nieuws zonder blog|Reacties uitgeschakeld voor DGA, verlaag gebruikelijk loon en betaal minder inkomstenbelasting
  • Kan een werkgever een mondkapje verplicht stellen?

Kan een werkgever een mondkapje verplicht stellen?

Kan een werkgever, om te voldoen aan zijn zorgplicht, het dragen van een niet-medisch mondkapje verplicht stellen? En wie betaalt dat dan? En wat als een werknemer geen mondkapje wil dragen?

De werkgever heeft een wettelijke zorgplicht. Dat houdt in dat hij moet zorgen voor een veilige werkomgeving voor de medewerkers. Ook is hij op grond van de Arbeidsomstandighedenwet verplicht een arbeidsomstandighedenbeleid te voeren en daarin aandacht te besteden aan de risico’s op de werkvloer. Het basisdocument hiervoor is de Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E). Ook daarin moet aandacht worden geschonken aan de maatregelen in verband met Corona.

Voldoen aan de zorgplicht
Om te voldoen aan de zorgplicht kan de werkgever het dragen van een niet-medisch mondkapje verplicht stellen. De werkgever heeft immers ook een instructierecht. Dit instructierecht houdt in dat de werkgever aanwijzingen kan geven over de wijze waarop en de omstandigheden waaronder de arbeid moet worden verricht. Wel geldt dat het moet gaan om redelijke voorschriften. Indien het bijvoorbeeld niet mogelijk is op de werkvloer genoeg afstand te houden, zoals in een supermarkt met smalle gangpaden, dan kan het redelijk zijn een mondkapje verplicht te stellen.

Wie betaalt het mondkapje?
Indien de werkgever het dragen van een niet-medisch mondkapje verplicht stelt, moet de werkgever mondkapjes beschikbaar stellen of de mogelijkheid bieden om de kosten te declareren. Ook moet de werkgever duidelijke instructies geven over het gebruik ervan.

Als een werknemer geen mondkapje wil dragen
Geeft de werknemer geen gehoor aan het verzoek van de werkgever om mondkapjes te dragen op de werkvloer, dan kan zijn werkgever hem naar huis sturen om daar te gaan werken. Betreft het een werknemer die vanwege de aard van zijn werkzaamheden niet kan thuiswerken, dan kan het gedrag van de werknemer aanleiding vormen voor de werkgever om een disciplinaire maatregel op te leggen, zoals een waarschuwing of het stoppen van de loonbetaling. Dit is uiteraard een uiterste middel. Het blijft altijd van belang om met elkaar in gesprek te gaan.

Medische belemmeringen voor het dragen
Er zijn werknemers die om gezondheidsredenen geen (of niet langdurig) een mondkapje kunnen dragen. In dit verband kan worden gedacht aan mensen met luchtwegklachten, zoals astma of COPD. Ook kunnen werknemers in paniek raken als gevolg van het dragen van een mondkapje. Door mondkapjes op het werk te verplichten, zijn deze werknemers feitelijk niet meer geschikt voor het eigen werk. Het invoeren van een mondkapjesplicht betreft daarom maatwerk.

Instemmingsrecht OR/PVT
Aangezien het verplicht stellen van mondkapjes op de werkvloer betrekking heeft op de arbeidsomstandigheden, geldt er een instemmingsrecht voor de Ondernemingsraad (or) of de Personeelsvertegenwoordiging (pvt). Zonder instemming van de OR of PVT zal het lastig zijn een mondkapjesverplichting in te voeren.

Tip! Check of de branche een (erkende) RI&E of een Coronaprotocol heeft. Daar kunnen handvatten in staan die van toepassing zijn op jouw bedrijfssituatie.

Contact
Zijn er vragen over bovenstaand bericht, neem dan vooral contact met ons op via telefoonnummer 0222-314141 voor onze vestiging op Texel of 0223-612255 voor onze vestiging in Den Helder.

Door |2020-12-18T09:51:46+01:0018 december 2020|Nieuws, Nieuws zonder blog|Reacties uitgeschakeld voor Kan een werkgever een mondkapje verplicht stellen?
  • Steunloket NOW weer open tot 27 december 2020

Steunloket NOW weer open tot 27 december 2020

Vanwege de nieuwe lockdown door het Coronavirus kunnen werkgevers langer de tegemoetkoming in de loonkosten via de NOW-regeling aanvragen. Aanvragen zou oorspronkelijk tot 13 december 2020 mogelijk zijn, maar dit is verlengd tot en met 27 december 2020.

Tegemoetkoming via NOW
Via de NOW kunnen werkgevers tot maximaal 80% van de loonkosten vergoed krijgen bij een 100% omzetdaling. Bij minder omzetverlies, neemt ook de tegemoetkoming in dezelfde mate af. Zo is deze bijvoorbeeld 40% van de loonkosten bij 50% omzetverlies.

Periode van drie maanden
Het omzetverlies moet over een periode van drie maanden minstens 20% bedragen. Werkgevers die voor de tweede NOW-periode geen aanvraag voor een tegemoetkoming hebben ingediend, kunnen kiezen welke periode uitgangspunt voor de tegemoetkoming is. Je kan kiezen voor de periode oktober 2020 t/m december 2020, de periode november 2020 t/m januari 2021 of voor de periode december 2020 t/m februari 2021.

Let op! Werkgevers die wel een aanvraag voor de tweede periode hebben ingediend, moeten de nieuwe periode laten aansluiten op de aanvraag voor de tweede periode.

Voorschot
Na het indienen van de aanvraag krijg je van de tegemoetkoming 80% als voorschot uitbetaald. Dit voorschot ontvang je in drie termijnen. Pas na het bekend worden van het definitieve omzetverlies, wordt de definitieve tegemoetkoming berekend.

Aanvragen NOW
Je kunt de NOW digitaal aanvragen via de site van het UWV (uwv.nl).

Contact
Zijn er vragen over bovenstaand bericht, neem dan vooral contact met ons op via telefoonnummer 0222-314141 voor onze vestiging op Texel of 0223-612255 voor onze vestiging in Den Helder.

Door |2020-12-17T11:48:04+01:0017 december 2020|Nieuws, Nieuws zonder blog|Reacties uitgeschakeld voor Steunloket NOW weer open tot 27 december 2020