werkgever

  • Computerbril niet aftrekbaar voor zelfstandig ondernemer

Computerbril niet aftrekbaar voor zelfstandig ondernemer

Zelfstandige ondernemers die vanwege hun werkzaamheden een computerbril aanschaffen, kunnen de kosten ervan niet ten laste van de winst brengen. Dit heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant beslist.

Computerbril
Een computerbril is speciaal gemaakt voor de afstand tussen ogen en toetsenbord en beeldscherm. Dit voorkomt onder meer nekklachten die ontstaan als je zonder deze bril een foute werkhouding aanneemt.

Eerdere rechtspraak
In genoemde uitspraak verwijst de rechtbank naar eerdere rechtspraak waarin werd beslist dat een bril een te persoonlijk karakter heeft om tot aftrek te kunnen leiden. Volgens de Hoge Raad is dit niet anders voor een computerbril.

Rechtsongelijkheid
De Hoge Raad wijst ook het beroep op rechtsongelijkheid af. De accountant had namelijk aangevoerd dat een werkgever zijn personeel onder voorwaarden een computerbril wel belastingvrij kan vergoeden of verstrekken. Volgens de Hoge Raad kan een zelfstandig ondernemer fiscaal gezien echter niet vergeleken worden met een werknemer. De inspecteur werd dan ook in het gelijk gesteld.

Wel voor de DGA
Een BV mag de kosten van een computerbril aan een DGA wel belastingvrij vergoeden.

Contact
Zijn er vragen over bovenstaand bericht, neem dan vooral contact met ons op via telefoonnummer 0222-314141 voor onze vestiging op Texel of 0223-612255 voor onze vestiging in Den Helder.

Door |2022-02-07T09:43:06+01:007 februari 2022|Nieuws, Nieuws zonder blog|Reacties uitgeschakeld voor

Computerbril niet aftrekbaar voor zelfstandig ondernemer

  • NOW Q1 2022 vanaf 14 februari aanvragen

NOW Q1 2022 vanaf 14 februari aanvragen

Werkgevers die vanwege Corona of door andere oorzaken met omzetverlies te maken hebben, kunnen vanaf 14 februari 2022 de tegemoetkoming NOW aanvragen voor de periode januari tot en met maart 2022. De tegemoetkoming is iets gewijzigd ten opzichte van voorgaande periodes.

Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW)
Via de NOW krijgen werkgevers een tegemoetkoming, zodat ten tijde van omzetverlies de lonen toch doorbetaald kunnen worden. Het omzetverlies dient minstens 20% te bedragen.

Omvang tegemoetkoming
De tegemoetkoming is afhankelijk van het omzetverlies, dat maximaal 90% kan bedragen. Het omzetverlies wordt berekend in vergelijking met het jaar 2019. De loonkosten worden voor 85% vergoed.

Gestart na 1 januari 2019?
Ben je gestart na 1 januari 2019, dan moet je het omzetverlies ten opzichte van een andere periode berekenen dan het jaar 2019. Welke periode is afhankelijk van de startdatum (zie uwv.nl). Ben je op of na 2 oktober 2021 gestart, dan heb je geen recht op NOW voor de periode januari tot en met maart 2022.

Wijziging opslag
De tegemoetkoming is gebaseerd op de loonsom in oktober 2021. Deze loonsom wordt verhoogd met 30% in plaats van met 40% zoals eerder. Dit heeft te maken met een andere wijze van berekening. Per saldo blijft de tegemoetkoming echter gelijk.

Schatting
Je dient het omzetverlies zo goed mogelijk te schatten. Schat je te royaal in, dan kan dit betekenen dat je de tegemoetkoming geheel of deels terug moet betalen. Je kunt hiervoor dan wel een betalingsregeling treffen.

Contact
Zijn er vragen over bovenstaand bericht, neem dan vooral contact met ons op via telefoonnummer 0222-314141 voor onze vestiging op Texel of 0223-612255 voor onze vestiging in Den Helder.

Door |2022-02-03T15:15:56+01:003 februari 2022|Nieuws, Nieuws zonder blog|Reacties uitgeschakeld voor

NOW Q1 2022 vanaf 14 februari aanvragen

  • Werkgevers verplicht om CO2-uitstoot personeel bij te houden

Werkgevers verplicht om CO2-uitstoot personeel bij te houden

Werkgevers worden in de nabije toekomst verplicht om de CO2-uitstoot van hun personeel bij te gaan houden. Een nieuwe wet die volgt uit het Klimaatakkoord is in voorbereiding en had dit jaar al in moeten gaan. Dit is echter nog niet gebeurd vanwege de lange kabinetsformatie.

Uitstoot als gevolg van zakelijk reizen
De bij te houden uitstoot betreft al het zakelijke reizen van het personeel: dus zowel het woon-werkverkeer als alle overige zakelijke reizen.

Wat moet worden bijgehouden?
Je moet in ieder geval gaan bijhouden welk type vervoersmiddel werknemers gebruiken: fiets, bromfiets, snorfiets, auto of het openbaar vervoer.

Vervoer per auto verder uitgewerkt
Ook moet er een onderscheid per gebruikte auto gemaakt worden. Personenauto’s hebben nu eenmaal een verschil in CO2-uitstoot, die onder meer afhankelijk is van merk, gewicht, gebruik en ouderdom van de auto.

Alleen grote werkgevers
De verplichting gaat vooralsnog alleen gelden voor grote werkgevers met meer dan 100 werknemers. Dit betreft zo’n 7.000 bedrijven. Ook gaat het voorlopig alleen om het bijhouden van de uitstoot, maar vanaf 2026 zal er ook een norm aan de uitstoot gekoppeld worden. Wat er gebeurt als een bedrijf die norm overschrijdt, is nog niet bekend.

Let op! De Tweede en Eerste Kamer moeten het wetsvoorstel nog behandelen en goedkeuren.

Contact
Zijn er vragen over bovenstaand bericht, neem dan vooral contact met ons op via telefoonnummer 0222-314141 voor onze vestiging op Texel of 0223-612255 voor onze vestiging in Den Helder.

Door |2022-02-02T10:42:27+01:002 februari 2022|Nieuws, Nieuws zonder blog|Reacties uitgeschakeld voor

Werkgevers verplicht om CO2-uitstoot personeel bij te houden

  • Lage AWf-premie bij tijdelijke urenuitbreiding tóch mogelijk

Lage AWf-premie bij tijdelijke urenuitbreiding tóch mogelijk

Met terugwerkende kracht – vanaf 1 januari 2020 – is het standpunt over de premie voor het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) bij tijdelijke urenuitbreiding gewijzigd. Dat heeft het vorige kabinet nog bepaald. Heb je daardoor te veel AWf-premie betaald? Dan kun je de te veel betaalde premie terugkrijgen.

Wat is gewijzigd?
Het oorspronkelijke standpunt was dat een tijdelijke urenuitbreiding altijd een aparte arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is. Hierop was daarom altijd de hoge AWf-premie van toepassing. Nu is bepaald dat een tijdelijke urenuitbreiding ook een tijdelijke wijziging van een bestaande arbeidsovereenkomst kan zijn, waardoor de lage AWf-premie van toepassing is.

Gevolgen voor de AWf-premie
Voor 2020, 2021 en 2022 geldt voor de tijdelijke urenuitbreiding dezelfde AWf-premie als voor de oorspronkelijke uren. Betaal of betaalde je voor de bestaande arbeidsovereenkomst de lage premie AWf? Dan heb je misschien over eerdere aangiftetijdvakken in 2020 en 2021 te veel AWf-premie betaald voor de tijdelijke urenuitbreiding. Het gewijzigde standpunt heeft geen gevolgen voor jou als je voor de bestaande arbeidsovereenkomst de hoge AWf-premie betaalt of betaalde.

Tijdelijke urenuitbreiding soms wél een aparte arbeidsovereenkomst
In de volgende situaties is de tijdelijke urenuitbreiding nog wel een aparte arbeidsovereenkomst:

  • de werkzaamheden of arbeidsvoorwaarden voor de urenuitbreiding verschillen wezenlijk van die van de bestaande arbeidsovereenkomst;
  • je bent met de werknemer voor de urenuitbreiding expliciet een aparte arbeidsovereenkomst overeengekomen.

In deze situaties verandert er niets. Op deze aparte arbeidsovereenkomst is en blijft de hoge AWf-premie van toepassing.

Hoe krijg je de te veel betaalde premie AWf terug?
Om de te veel betaalde AWf-premie terug te krijgen, moet je de aangiften loonheffingen over 2020 en 2021 corrigeren. Op de website van de Belastingdienst is een stappenplan te vinden.

Voor elk aangiftetijdvak in 2020 dat je volgens het gewijzigde standpunt mag corrigeren, verzend je een losse correctie. De Belastingdienst betaalt het te veel betaalde bedrag terug of verrekent dat met openstaande schulden. Heb je bijzonder uitstel van betaling vanwege de Coronacrisis? Dan maakt de Belastingdienst de teruggaaf naar je over. Deze wordt dan niet verrekend.

Voor verstreken aangiftetijdvakken van 2021 verzend je de correcties uiterlijk bij de aangifte over het laatste aangiftetijdvak (december of 13e periode). De teruggaaf van de te veel betaalde AWf-premie kun je verrekenen met de afdracht over het laatste tijdvak. Heb je al aangifte over het laatste tijdvak gedaan? Dan kun je tot en met 31 januari 2022 de aangifte over december of 13e periode nogmaals verzenden, maar dan met de correcties over de afzonderlijke aangiftetijdvakken daarbij.

Let op! Het gewijzigde standpunt geldt voor 2020, 2021 en 2022. De Belastingdienst komt later met informatie over hoe je met tijdelijke urenuitbreidingen vanaf 2023 moet omgaan en wat voor invloed dat heeft op de AWf-premie.

Contact
Zijn er vragen over bovenstaand bericht, neem dan vooral contact met ons op via telefoonnummer 0222-314141 voor onze vestiging op Texel of 0223-612255 voor onze vestiging in Den Helder.

Door |2022-01-31T12:10:33+01:0031 januari 2022|Nieuws, Nieuws zonder blog|Reacties uitgeschakeld voor

Lage AWf-premie bij tijdelijke urenuitbreiding tóch mogelijk

  • Wijziging verrekening loonkostensubsidie bij ziekte

Wijziging verrekening loonkostensubsidie bij ziekte

Per 1 januari 2022 is de werkwijze rond ziekmelding en de verrekening van loonkostensubsidie bij ziekte gewijzigd. Hierdoor wordt het voor de werkgever eenvoudiger om iemand met loonkostensubsidie in dienst te nemen.

Hoe was het voorheen geregeld?
Tot en met 31 december 2021 moest een werkgever een werknemer voor wie hij loonkostensubsidie ontvangt bij ziekte, bij twee loketten ziek- en betermelden: bij het UWV (vanwege de no-riskpolis) én bij de gemeente (vanwege het stopzetten en hervatten van de loonkostensubsidie). Dit systeem leidde tot allerlei verrekeningen tussen gemeenten, UWV en werkgevers vanwege de samenloop van de no-riskpolis en loonkostensubsidie. Dit is nu vereenvoudigd.

Loonkostensubsidie loopt per 2022 door
Per 1 januari 2022 blijft de loonkostensubsidie bij ziekte gewoon doorlopen. Gemeenten en uitvoerders hoeven achteraf geen loonkostensubsidie terug te vorderen. Het UWV past de no-risk Ziektewetuitkering aan op basis van de vastgestelde loonwaarde. Werkgevers hoeven iemand die met loonkostensubsidie werkt voortaan alleen nog maar bij het UWV ziek te melden en niet langer ook bij de gemeente.

Berekening
Het UWV berekent de uitkering voor de betreffende werknemer door het uitkeringsbedrag met het loonwaardepercentage dat de gemeente aan het UWV doorgeeft te vermenigvuldigen. De uitkomst is de uitkering voor de werknemer. Het loonwaardepercentage is de arbeidsprestatie van een werknemer uitgedrukt in een percentage van de arbeidsprestatie van een gewone, vergelijkbare werknemer in die functie. De gemeente stelt het loonwaardepercentage vast. Dit is een percentage van het wettelijk minimumloon. De loonwaarde voor de berekening is minimaal 30%. Dit is wettelijk vastgelegd. Per 1 juli 2021 geldt er één uniforme systematiek voor de bepaling van de loonwaarde.

Let op! De nieuwe regels gelden per 1 januari 2022 bij aanvragen voor een Ziektewet- of een zwangerschaps- en bevallingsuitkering.

Voor wie was het ook weer bedoeld?
Gemeenten kunnen het instrument loonkostensubsidie inzetten voor personen die niet in staat zijn het wettelijk minimumloon (WML) te verdienen. Het gaat om personen voor wie de gemeente verantwoordelijk is hen te ondersteunen bij het vinden van werk. Denk hierbij aan mensen die bijstand ontvangen, mensen die een IOAW- of IOAZ-uitkering ontvangen, mensen die met behulp van een andere voorziening van de gemeente al aan het werk zijn, maar ook aan de niet-uitkeringsgerechtigden (‘nuggers’).

De loonkostensubsidie
Als loonkostensubsidie is toegekend ontvangt de werknemer het wettelijk minimumloon (WML) voor de uren die hij werkt of het CAO-loon als dat hoger is. De werknemer ontvangt zo nodig een aanvullende uitkering van de gemeente, in het geval het aantal uren dat hij werkt te weinig is om op het sociaal minimum uit te komen. De werkgever krijgt loonkostensubsidie ter hoogte van het verschil tussen het WML en de (lagere) loonwaarde van zijn werknemer.

Contact
Zijn er vragen over bovenstaand bericht, neem dan vooral contact met ons op via telefoonnummer 0222-314141 voor onze vestiging op Texel of 0223-612255 voor onze vestiging in Den Helder.

Door |2022-01-25T16:20:46+01:0025 januari 2022|Nieuws, Nieuws zonder blog|Reacties uitgeschakeld voor

Wijziging verrekening loonkostensubsidie bij ziekte

  • Gebruikelijk loon DGA dit jaar weer hoger

Gebruikelijk loon DGA dit jaar weer hoger

Ook dit jaar wordt het zogenaamde gebruikelijk loon van een DGA verhoogd. Het loon dat een DGA jaarlijks verplicht uit de BV ten minste op moet nemen, stijgt van €47.000 naar €48.000.

Werkelijk gebruikelijk loon
Een gebruikelijk loon van €48.000 is echter lang niet altijd voldoende. Het gebruikelijk loon dient namelijk te worden vastgesteld op 75% van het loon uit de vergelijkbaarste dienstbetrekking of op het hoogste loon van de werknemers die in dienst zijn bij de BV, indien een van deze bedragen meer is dan €48.000.

Let op! Alleen als het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager dan € 48.000 is, wordt het gebruikelijk loon vastgesteld op dit bedrag. U moet dit dan wel aantonen.

Ook lager gebruikelijk loon onder bijzondere omstandigheden
Een lager gebruikelijk loon is onder bepaalde bijzondere omstandigheden ook mogelijk. Het gaat dan om BV’s die voor toepassing van de S&O-afdrachtvermindering in 2022 als starter worden aangemerkt, overige startende BV’s die het gebruikelijk loon niet kunnen betalen en om verlieslijdende BV’s. Hiervoor gelden wel aanvullende voorwaarden.

Corona
Voor de jaren 2020 en 2021 was bepaald dat ook BV’s die getroffen werden door de Coronacrisis het gebruikelijk loon lager konden vaststellen. Het is nog onduidelijk of deze maatregel ook voor 2022 zal gelden.

Contact
Zijn er vragen over bovenstaand bericht, neem dan vooral contact met ons op via telefoonnummer 0222-314141 voor onze vestiging op Texel of 0223-612255 voor onze vestiging in Den Helder.

Door |2022-01-24T13:40:03+01:0024 januari 2022|Nieuws, Nieuws zonder blog|Reacties uitgeschakeld voor

Gebruikelijk loon DGA dit jaar weer hoger

  • Alleen vast loon bepalend voor toepassen ‘30%-regeling’

Alleen vast loon bepalend voor toepassen ‘30%-regeling’

Buitenlandse werknemers waarvoor je de 30%-regeling wilt toepassen, moeten een vast loon genieten dat voldoet aan de daarvoor bepaalde fiscale norm. Variabele loonelementen tellen daarvoor niet mee.

30%-regeling
Volgens de 30%-regeling mag je voor werknemers met een specifieke deskundigheid maximaal 30% van het salaris belastingvrij uitbetalen als tegemoetkoming in de extra kosten die dergelijke werknemers plegen te maken. Hiervoor geldt wel een aantal voorwaarden.

Specifieke deskundigheid
Een werknemer wordt geacht over een specifieke deskundigheid te beschikken als hij een bepaald loon verdient. Voor 2022 is dit minimaal €39.467, exclusief de belastingvrije vergoeding. Voor werknemers die in het wetenschappelijk onderwijs een Nederlandse mastertitel hebben behaald of een gelijkwaardige buitenlandse titel, én die jonger zijn dan 30 jaar, is deze inkomensnorm €30.001 exclusief de belastingvrije vergoeding.

Uitzonderingen
Voor werknemers die wetenschappelijk onderzoek doen bij bepaalde instellingen en artsen in opleiding tot specialist, geldt een uitzondering. Zij hoeven helemaal niet aan een inkomensnorm te voldoen. Ook geldt in uitzonderingsgevallen aanvullend een ‘schaarstevereiste’. De deskundigheid van de werknemer moet dan niet of nauwelijks te vinden zijn op de Nederlandse arbeidsmarkt.

Variabel loon telt niet mee
In een uitspraak van de rechtbank Gelderland was de vraag aan de orde of ook variabel loon meetelt voor de fiscale inkomensnorm. De rechtbank vindt van niet, omdat de regeling anders vrijwel onuitvoerbaar wordt.

De rechter bepaalde verder dat alleen het vaste overeengekomen loon bij aanvang van de dienstbetrekking in Nederland beslissend is voor de vraag of aan de norm wordt voldaan. Als op een later moment dus een hoger vast loon wordt afgesproken, is dit niet meer relevant.

Contact
Zijn er vragen over bovenstaand bericht, neem dan vooral contact met ons op via telefoonnummer 0222-314141 voor onze vestiging op Texel of 0223-612255 voor onze vestiging in Den Helder.

Door |2022-01-19T09:23:19+01:0019 januari 2022|Nieuws, Nieuws zonder blog|Reacties uitgeschakeld voor

Alleen vast loon bepalend voor toepassen ‘30%-regeling’

  • Top 10 wijzigingen 2022 voor de werkgever

Top 10 wijzigingen 2022 voor de werkgever

Per 1 januari zijn er weer tal van wijzigingen doorgevoerd voor de werkgever en de DGA, van de thuiswerkregeling tot Coronagerelateerde maatregelen. Welke tien wijzigingen springen in het oog?

1. Wijziging werkkostenregeling 2022
Per 1 januari 2022 is de vrije ruimte binnen de WKR weer verlaagd naar 1,7% over de eerste €400.000 van de loonsom. Over het meerdere van de loonsom is de vrije ruimte 1,18%. In 2021 was naar aanleiding van de Coronacrisis de vrije ruimte (eenmalig) verhoogd naar 3% over de eerste €400.000 van de loonsom.

2. Thuiswerkvergoeding
Het bedrag dat je sinds 1 januari 2022 aan thuiswerkers belastingvrij mag verstrekken, is €2 per dag. Het bedrag is vrijgesteld en komt ook niet ten laste van de vrije ruimte van de werkkostenregeling.

Vaste thuiswerkvergoeding
Je dient met de werknemer afspraken te maken over het aantal dagen waarop de werknemer thuis zal werken. Deze afspraken zijn de basis voor de vaststelling van de door jou onbelast te vergoeden reis- en thuiswerkkosten. Wanneer je met een werknemer bijvoorbeeld afspreekt dat per week twee dagen thuis wordt gewerkt en drie dagen op kantoor, dan kun je op basis van die verhouding een vaste vergoeding toekennen voor zowel het thuiswerken als de reiskosten voor woon-werkverkeer.

3. Gebruikelijk loon DGA 2022
Het gebruikelijk loon voor de DGA stijgt in 2022 naar ten minste €48.000. In 2021 was dit nog €47.000.
De regeling voor gebruikelijk loon geldt voor iedereen die een aanmerkelijk belang heeft in een vennootschap en ook werk verricht voor diezelfde onderneming. Zij moeten in de loonaangifte een salaris opnemen dat ‘gebruikelijk’ is voor de werkzaamheden.

4. Vaste reiskostenvergoeding vanaf 2022
Vanaf 2022 gaat de zogeheten 214-dagenregeling veranderen. De vaste reiskostenvergoeding moet dan naar rato van het aantal reisdagen worden berekend. Indien momenteel een reiskostenvergoeding wordt gegeven op basis van het daadwerkelijke aantal reisdagen, verandert er niets in de regeling.

Voorbeeld
Kees werkt fulltime, waarvan 3 dagen op kantoor en 2 dagen thuis. Kees mag een vaste onbelaste reiskostenvergoeding ontvangen voor 129 dagen (3/5 x 214 dagen), als hij ten minste 77 dagen (3/5 x 128 dagen) naar kantoor reist. De onbelaste reiskostenvergoeding wordt dus naar beneden bijgesteld. Hij mag over 85 (214-129) dagen geen onbelaste reiskostenvergoeding meer ontvangen.

Moet je maatregelen nemen?
Je moet het reis-/thuiswerkpatroon van de medewerkers goed in beeld brengen om te kunnen bepalen of de huidige reiskostenvergoeding nog past binnen de nieuwe regels. Voor dagen waarvoor de vergoeding niet meer onbelast betaald kan worden, kun je besluiten om de vergoeding niet meer toe te kennen. Of dat kan, zal mede afhangen van hetgeen bepaald is in een CAO of arbeidsovereenkomst.

5. Aanbod vaste uren 2022
Na een periode van twaalf maanden is de werkgever verplicht om een oproepkracht binnen een maand een aanbod te doen voor een (tijdelijke) arbeidsovereenkomst met vaste uren. Deze uren moeten zijn gebaseerd op minimaal het gemiddelde aantal verloonde uren over de afgelopen twaalf maanden. Alleen de uren die elkaar binnen zes maanden tijd opvolgen, tellen mee.

Het aanbod moet binnen een maand na afloop van de twaalf maanden worden gedaan. De werknemer heeft vanaf dat moment maximaal een maand de tijd om het aanbod al dan niet te accepteren. Bij acceptatie gaat de nieuwe arbeidsomvang in uiterlijk de eerste dag van de 15e maand.

Indien het aanbod voor een contract met vaste uren uitblijft, heeft de werknemer recht op het loon van het gemiddelde aantal gewerkte uren per week gedurende de afgelopen twaalf maanden, ongeacht of de werknemer wordt opgeroepen voor de werkzaamheden. Het betreft hier een reguliere loonvordering waarvoor een verjaringstermijn van vijf jaar geldt.

Tip! Het is dus van belang als werkgever om wel een aanbod te doen, omdat het risico bestaat dat de werknemer, veelal als hij uit dienst is gegaan, alsnog met terugwerkende kracht het loon kan vorderen op basis van het aanbod dat had moeten worden gedaan.

6. Verbod op rookruimtes
Tot en met 2021 mocht op het werk gerookt worden in een daarvoor bestemde rookruimte. Vanaf 1 januari 2022 geldt een verbod op rookruimtes in het bedrijfsleven. Ook bedrijfsvoertuigen zijn werkplekken.

Hierop wordt gehandhaafd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Wordt ergens gerookt waar dit niet mag, dan krijgt de werkgever hiervoor een boete voor de overtreding van het rookverbod. De boetebedragen variëren per overtreding van €450 tot €4500.

Een werkgever kan een werknemer ook ondersteunen bij het stoppen met roken. Vanaf 1 januari 2020 geldt er geen eigen risico wanneer werknemers gebruikmaken van programma’s die hen helpen te stoppen met roken. Daarvoor gelden de volgende drie voorwaarden:

  1. Deelname aan een ‘stoppen met roken’-programma moet lopen via een huisarts, verloskundige of bedrijfsarts.
  2. De behandeling moet worden gecombineerd met een zogenoemd ‘gedragsprogramma’, waardoor de aanpak zowel steunt op medicatie als op gedragsverandering.
  3. Het vervallen van het eigen risico geldt alleen voor medicijnen en methoden waarvan algemeen erkend is dat ze effectief zijn.

7. Gedeeltelijk betaald ouderschapsverlof
Vanaf augustus 2022 wordt een deel van het ouderschapverlof gedeeltelijk doorbetaald. Gedurende het eerste levensjaar van het kind kunnen de ouders negen weken doorbetaald ouderschapsverlof krijgen. Het gaat hier om een uitkering in het kader van de Wet arbeid en zorg (Wazo-uitkering), die via de werkgever wordt aangevraagd. Het ouderschapsverlof geldt ook als ouders vóór de invoering van de wet een kind hebben gekregen, mits dit kind jonger is dan 1 jaar. Ook moeten de ouders op dat moment werken (werknemer zijn) en nog niet het volledige recht (26 maal de arbeidsuur per week) op ouderschapsverlof hebben opgenomen.

De hoogte van het gedeeltelijk doorbetaalde ouderschapsverlof bedraagt 50%. Dit is betrekkelijk laag, waardoor de opname voor laagbetaalde werknemers minder aantrekkelijk blijft. Vanwege deze zorg voegde demissionair minister Koolmees van SZW een bepaling toe aan het wetsvoorstel. Hierin staat dat het uitkeringspercentage nog vóór het ingaan van de wet te verhogen is naar 70%, als het nieuwe kabinet dat wil en daar budget voor weet vrij te maken. Een meerderheid van de Eerste Kamer heeft deze motie aanvaard, waarin het kabinet wordt verzocht om het uitkeringspercentage inderdaad te verhogen van 50 naar 70%. Het is dus mogelijk dat dit nog gaat gebeuren.

8. NOW 5.0 en 6.0
Eind 2021 zijn de Coronamaatregelen weer verscherpt. Omdat dit opnieuw grote gevolgen heeft voor ondernemers, is de loonsubsidie NOW terug, in de vorm van NOW 5.0 en NOW 6.0.

NOW 5.0
De NOW 5.0 heeft betrekking op de periode van 1 november 2021 tot en met 31 december 2021.

De tegemoetkoming kan aangevraagd worden van 13 december 2021 t/m 31 januari 2022. Anders dan bij de voorgaande NOW-regelingen zal het voorschot in één termijn uitbetaald worden. Het kabinet komt hiermee tegemoet aan het feit dat een deel van de periode waarover tegemoetkoming wordt verstrekt, al is verstreken. Je kunt de vaststelling van de tegemoetkoming aanvragen in de periode van 1 juni 2022 t/m 22 februari 2023 (data onder voorbehoud).

NOW 6.0
De NOW 6.0 heeft betrekking op de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 maart 2022.

De tegemoetkoming kan vermoedelijk in de tweede helft van februari aangevraagd worden. Nadere voorwaarden worden deze maand bekendgemaakt. De NOW 6.0 is bijna hetzelfde als de NOW 5.0. De overeenkomsten zijn:

  • minimaal 20% omzetverlies
  • maximaal op te geven omzetverlies van 90% (ook als u het omzetverlies schat tussen 90 en 100%);
  • een vergoeding van 85% van het opgegeven omzetverlies;
  • vergoeding van maximaal twee keer het maximale dagloon.

Een overzicht van de verschillen van de diverse NOW-regelingen is te vinden op de site van het UWV.

9. Invoering STAP-budget
Per 1 maart 2022 wordt het STAP-budget, dat staat voor Stimulering ArbeidsParticipatie, ingevoerd als opvolger van de per 1 januari 2022 vervallen fiscale scholingsaftrek. Met het STAP-budget wordt iedereen tussen de 8 jaar en de AOW-gerechtigde leeftijd met een band met de Nederlandse arbeidsmarkt in staat gesteld om scholing in te zetten voor de eigen ontwikkeling en duurzame inzetbaarheid. De ontwikkeling van een publiek leer- en ontwikkelbudget biedt mogelijkheden om een toekomstbestendige regeling neer te zetten, waarmee kan worden ingespeeld op ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Het STAP-budget maakt deel uit van de LLO-maatregelen (Leven Lang Ontwikkelen) van de overheid. De uitvoering van de regeling komt in handen van het UWV, dat een digitale portal hiervoor ontwikkelt.

Iemand die aanspraak wil maken op het STAP-budget kan dit alleen doen als andere mogelijkheden om de gewenste scholing te financieren niet aanwezig zijn. Het UWV kijkt hiervoor naar de criteria die bestaande opleidingen hanteren om subsidie te krijgen op soorten onderwijs. Veel jongeren onder de 30 jaar zullen vaak nog gebruik kunnen maken van studiefinanciering en daarom geen aanspraak kunnen maken op het STAP-budget.

Het STAP-budget kan door het individu worden aangevraagd voor het financieren van een scholingsactiviteit die hij of zij wil volgen. Het budget bedraagt maximaal €1.000 per jaar. Er mag maar één aanvraag per jaar worden gedaan.

10. Betalingen aan derden per 2022 inclusief BSN
De wetgeving rond betalingen aan derden gaat vanaf 2022 veranderen. Naast gegevens die al moesten worden doorgegeven, moet voortaan ook het BSN-nummer van de ingehuurde derde aan de Belastingdienst worden doorgegeven.

Betaling aan derden
Bij betalingen aan derden gaat het om betalingen aan personen die:

  • niet bij de opdrachtgever in dienst zijn;
  • geen ondernemer zijn;
  • zelf geen factuur met BTW uitreiken.

Betalingen in 2022
De wijziging inzake betalingen aan derden gaat in per 2022, maar de in dat jaar uitgekeerde bedragen hoeven pas in de eerste maand van 2023 aan de Belastingdienst te worden doorgegeven. De uiterste inleverdatum is 31 januari 2023. Dit kan niet langer via het gegevensportaal van de Belastingdienst. Hoe dit digitaal moet worden aangeleverd, wordt nog bekendgemaakt.

Contact
Zijn er vragen over bovenstaand bericht, neem dan vooral contact met ons op via telefoonnummer 0222-314141 voor onze vestiging op Texel of 0223-612255 voor onze vestiging in Den Helder.

Door |2022-01-14T11:05:40+01:0014 januari 2022|Nieuws, Nieuws zonder blog|Reacties uitgeschakeld voor

Top 10 wijzigingen 2022 voor de werkgever

  • Premies vrijwillige verzekeringen voor 2022 vastgesteld

Premies vrijwillige verzekeringen voor 2022 vastgesteld

Het UWV stelt jaarlijks de premies voor de vrijwillige verzekeringen vast. De premies voor 2022 zijn kortgeleden gepubliceerd op de website van het UWV.

Voor wie?
Werknemers zijn verplicht verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Ben je zelfstandige, ontwikkelingswerker, alfahulp of werk je momenteel niet? Dan heb je de mogelijkheid om je onder bepaalde voorwaarden bij het UWV vrijwillig te verzekeren voor de Ziektewet, Werkloosheidswet (WW), Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) of een combinatie hiervan.

Premiepercentages voor 2022

Premiepercentages Ziektewet  2021  2022
Landelijk 9,20 9,20
Alfahulpen 7,95 7,95
WW 1,90 1,90
WAO 7,03 7,05
WIA 7,81 7,89

Alfahulpen betalen een lagere premie van 7,95%, omdat ze de eerste 6 weken geen recht hebben op een ziektewetuitkering. Er wordt over een bedrag van maximaal €59.706 premie geheven.

De WIA-premie is vanaf 1 januari 2020 wettelijk gemaximeerd op de som van de basispremie WAO/WIA van 7,05% en het gemiddeld percentage WGA Werkhervattingskas (Whk) van 0,84% voor de verplicht verzekerden.

Premies in beginsel kostendekkend
Voor de premieberekening bepaalt het UWV de verwachte lasten en het verwacht verzekerd bedrag in 2022. Daarnaast wordt er gerekend met het indexeringspercentage van 1,41% per 1 januari 2022 en zijn voor de ramingen de realisaties tot en met september 2021 gebruikt. In beginsel worden deze premies kostendekkend vastgesteld. In de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) is echter opgenomen dat de premie voor de WW, WAO en WIA niet hoger mag zijn dan het door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) landelijk vastgestelde wettelijke premiepercentage. De Ziektewet kent geen landelijk vastgesteld wettelijk maximum percentage en wordt daarom op kostendekkend niveau vastgesteld.

Contact
Zijn er vragen over bovenstaand bericht, neem dan vooral contact met ons op via telefoonnummer 0222-314141 voor onze vestiging op Texel of 0223-612255 voor onze vestiging in Den Helder.

Door |2022-01-14T10:29:41+01:0014 januari 2022|Nieuws, Nieuws zonder blog|Reacties uitgeschakeld voor

Premies vrijwillige verzekeringen voor 2022 vastgesteld

  • Nieuw maximumbedrag transitievergoeding 2022

Nieuw maximumbedrag transitievergoeding 2022

De maximale transitievergoeding wordt per 1 januari 2022 verhoogd van €84.000 naar €86.000. Heeft een werknemer over 12 maanden een hoger loon dan dit bedrag, dan telt het hogere loon.

Wanneer moet je een transitievergoeding betalen?
Is sprake van een beëindiging van het dienstverband op initiatief van jou als werkgever -en soms op initiatief van de werknemer-, dan ben je de betreffende werknemer een transitievergoeding verschuldigd. Denk aan het niet verlengen van een tijdelijke arbeidsovereenkomst, het opzeggen van de arbeidsovereenkomst na een verkregen ontslagvergunning van het UWV of aan een ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter. Als sprake is van een ontbindingsverzoek waarbij de werknemer het initiatief heeft genomen, dan geldt dat er alleen sprake is van een transitievergoeding als de kantonrechter tot het oordeel komt dat sprake is van ernstige verwijtbaarheid aan de kant van de werkgever, wat niet snel wordt aangenomen.

Jaarlijkse aanpassing maximumtransitievergoeding
Die transitievergoeding kent een maximale vergoeding die jaarlijks aangepast wordt aan de hand van de ontwikkeling van de marktcontractlonen. Deze wordt geraamd op 2,2%.

Momenteel is het maximale bedrag dat aan transitievergoeding betaald moet worden €84.000. Bij verhoging met 2,2% resulteert dit in een bedrag van €85.848. Dit bedrag wordt afgerond op het naaste veelvoud van €1.000.
Met de onderhavige regeling wordt daarom met ingang van 1 januari 2022 het bedrag van €84.000 verhoogd naar €86.000. Het moet gaan om een netto dienstverband. Is de werknemer er enige tijd tussenuit geweest dan tellen die maanden niet mee voor het recht op een transitievergoeding.

Let op! Overigens blijft gelden dat als de werknemer over twaalf maanden een loon heeft dat hoger is dan dat maximumbedrag, het hogere loon als maximum geldt.

Voorbeeld
Stel een werknemer is 55 jaar oud en 33 jaar in dienst met als laatste functie financieel directeur. Hij verdient €12.000 bruto inclusief vakantiebijslag per maand. Stel dat hij in 2022 wordt ontslagen. Hoe hoog is dan zijn transitievergoeding?

De berekening gaat als volgt: 33 x (1/3 x €12.000) = €132.000
Dit is hoger dan de maximale transitievergoeding van €86.000 die voor 2022 geldt en ook hoger dan zijn jaarsalaris dat €120.000 bruto bedraagt. Om die reden heeft hij recht op €120.000 bruto aan transitievergoeding dat gelijkstaat aan zijn maximale jaarsalaris.

Contact
Zijn er vragen over bovenstaand bericht, neem dan vooral contact met ons op via telefoonnummer 0222-314141 voor onze vestiging op Texel of 0223-612255 voor onze vestiging in Den Helder.

Door |2022-01-13T10:54:54+01:0013 januari 2022|Nieuws, Nieuws zonder blog|Reacties uitgeschakeld voor

Nieuw maximumbedrag transitievergoeding 2022