adviseur

Advieswijzer Zonnepanelen op jouw woning

Overweeg je om zonnepanelen op uw privéwoning te plaatsen? Dan betaal je als particulier geen btw meer. Wat zijn de regels hieromtrent? En wat als je als ondernemer vanuit huis werkt en ook zonnepanelen wilt? Wat zijn dan de fiscale mogelijkheden? En hoe zit het met de salderingsregeling? Op deze vragen gaan we in deze Advieswijzer in.

Btw op zonnepanelen

Zonnepanelen

Vanaf 1 januari 2023 geldt voor de levering en installatie van zonnepanelen op of bij een woning een btw-tarief van 0%. Hieraan zijn wel de nodige voorwaarden verbonden. De verlaging van het btw-tarief naar 0% betekent dat het voor de meeste particulieren voordeliger is om niet btw-plichtig te zijn. Je kan immers geen btw meer verrekenen, aangezien er op de aangeschafte zonnepanelen geen btw rust. Ben je wél btw-plichtig, dan moet je btw betalen over de door je zelf opgewekte en verbruikte energie én over de door je zelf opgewekte energie die je teruglevert aan jouw energiebedrijf.

Wanneer 0% btw?

Het btw-tarief van 0% geldt voor niet-geïntegreerde zonnepanelen. Dit zijn zonnepanelen die niet tevens dienen als dakbedekking. Voor geïntegreerde zonnepanelen geldt het 0%-tarief op nieuwbouwwoningen, maar alleen als uitsluitend de zonnepanelen geleverd of geïnstalleerd worden. Worden zowel de zonnepanelen als de nieuwbouwwoning geleverd, dan gaan de zonnepanelen deel uitmaken van de woning en dient het normale tarief van 21% op zowel de woning als de zonnepanelen toegepast te worden.

Het 0%-tarief geldt niet alleen voor zonnepanelen op het dak van een woning, maar ook voor de levering en installatie bij een woning. Dit betekent dat het 0%-tarief ook van toepassing is als de zonnepanelen geleverd en geïnstalleerd worden op een garage of schuur bij een woning, een serre, een aan- of uitbouw of in de tuin van een woning. Verder kan het ook gaan om een vakantiewoning of een woning van een bedrijf aan huis, indien de zonnepanelen ook privé worden gebruikt. Ten slotte vallen ook zonnepanelen die een Vereniging van Eigenaren koopt voor op een appartementencomplex onder het 0%-tarief.

Hoe blijf je buiten de btw-plicht?

Zoals aangegeven, is het voor de meeste particulieren tegenwoordig voordelig om niet btw-plichtig te zijn. Fiscaal moet hierbij onderscheid worden gemaakt in twee situaties. In de eerste situatie gaat het erom dat jouw jaaromzet aan energie maximaal € 1.800 bedraagt. Deze situatie is het eenvoudigst, omdat je dan fiscaal geen actie hoeft te ondernemen. Je hoeft je dus ook niet bij de Belastingdienst te melden.

Bedraagt jouw jaaromzet aan energie meer dan € 1.800, maar niet meer dan € 20.000, dan kan je gebruikmaken van de kleineondernemersregeling (KOR). Dit zal het geval zijn als het opwekvermogen van jouw installatie meer is dan 15.000 Wattpiek. Ook bij de KOR brengt je geen btw in rekening en kan je zelf ook geen btw in aftrek brengen. Particulieren die maximaal € 20.000 aan stroom opwekken, kunnen dus van de KOR gebruikmaken. Dat geldt ook voor ondernemers met een omzet – inclusief de door de zonnepanelen opgewekte stroom – van maximaal € 20.000. Als je van de KOR gebruik wilt maken, moet je je wel aanmelden bij de Belastingdienst.

Let op! Kies je voor toepassing van de KOR (bij een omzet tussen € 1.800 en € 20.000), dan hoef je sinds 2025 de KOR na aanmelding niet meer verplicht minstens drie jaar toe te passen. Ook hoef je geen drie jaar meer te wachten als je zich opnieuw voor de KOR wilt aanmelden. Vanaf 1 januari 2025 is deze wachttijd beperkt tot de rest van het jaar waarin je je heeft afgemeld en het erop volgende jaar. Ben je ondernemer en investeer je binnen deze periode, dan kan je de op deze investeringen rustende btw dus niet terugvragen. Houd hier rekening mee.

Teruggave btw op deel van woning?

Lange tijd speelde de vraag of naast de btw op zonnepanelen ook een deel van de btw op de bouwkosten van een woning aftrekbaar zou zijn, omdat de woning nodig is voor het plaatsen van de zonnepanelen. Inmiddels is duidelijk dat aftrek van een deel van de btw op de bouwkosten van een woning over het algemeen niet mogelijk is. De Hoge Raad oordeelde namelijk dat een particulier die een woning laat bouwen deze bouwkosten hoe dan ook maakt, ook als er geen zonnepanelen op geplaatst zouden worden. De bouwkosten zijn dan niet gemaakt voor het met zonnepanelen opwekken van energie en dit tegen vergoeding terugleveren. De btw over die bouwkosten kan daarom niet in aftrek komen.

Tip! Wil je weten of in jouw geval een deel van de btw op de bouwkosten van een woning mogelijk wel aftrekbaar is? Bijvoorbeeld omdat je van mening bent dat je de bouwkosten niet ‘hoe dan ook’ zou maken? Neem dan contact met ons op. Wij kunnen samen met je bekijken wat er eventueel mogelijk is.

Zzp’ers met bedrijf aan huis

Ondernemers die vanuit huis werken, zonnepanelen op hun woning installeren en een omzet hebben van meer dan € 20.000, zijn voor de levering van de met zonnepanelen opgewekte energie btw-plichtig. Dit betekent dat ze btw moeten afdragen over de opgewekte energie die ze terugleveren aan de energiemaatschappij én over de opgewekte energie die ze zelf verbruiken. Het af te dragen bedrag mag via een forfait worden bepaald als het opwekvermogen van de zonnepanelen niet meer bedraagt dan 15.000 Wattpiek per jaar.

Let op! Het gebruik van het forfait is niet verplicht bij een opwekvermogen van niet meer dan 15.000 Wattpiek per jaar. Je mag ook het werkelijke verbruik uitrekenen.

Wek je meer dan 15.000 Wattpiek per jaar op, dan moet je de te dragen btw – zo goed mogelijk – berekenen op basis van het verbruik.

Tip! Op deze site van de Belastingdienst vind je alle informatie over de btw-aangifte van jouw zonnepanelen en een aantal voorbeeldaangiften.

Btw-forfait

Bij gebruik van het btw-forfait is het jaarlijkse opwekvermogen van de zonnepanelen bepalend, alsmede de vraag of er sprake is van geïntegreerde of niet-geïntegreerde zonnepanelen. Het af te dragen bedrag aan btw volgt uit onderstaande tabel.

Opwekvermogen in Wattpiek per jaar Forfait niet-geïntegreerde zonnepanelen
Forfait geïntegreerde zonnepanelen
0-1000 € 20 € 5
1001-2000 € 40 € 10
2001-3000 € 60 € 20
3001-4000 € 80 € 30
4001-5000 € 100 € 40
5001-6000 € 120 € 50
6001-7000 € 140 € 60
7001-8000 € 160 € 70
8001-9000 € 180 € 80
9001-10000 € 200 € 90
10001-11000 € 220 € 100
11001-12000 € 240 € 110
12001-13000 € 260 € 120
13001-14000 € 280 € 130
14001-15000 € 300 € 140

Let op! Als je gebruikmaakt van de forfaits, mag je geen btw in rekening brengen aan jouw energieleverancier.

Tip! Als je subsidie heeft ontvangen voor de aanschaf van de zonnepanelen, hoeft hierover geen btw te worden afgedragen.

Invloed zonnepanelen op winst

Ondernemers kunnen de zonnepanelen op het dak van hun privéwoning tot hun bedrijfsvermogen rekenen. Dit kan als de zonnepanelen voor minstens 10% zakelijk worden gebruikt. Als de zonnepanelen tot het bedrijfsvermogen worden gerekend, kan hierop worden afgeschreven. Volgens een rechterlijke uitspraak bedraagt de afschrijvingstermijn twintig jaar.

Volgens een andere rechterlijke uitspraak kan op zonnepanelen niet apart worden afgeschreven en vormen ze geen zelfstandig bedrijfsmiddel, maar een onderdeel van het pand waarop ze worden geïnstalleerd. In deze uitspraak betrof het huurwoningen van een woningcorporatie. Deze situatie was echter zo bijzonder dat het onduidelijk is of hieruit moet worden afgeleid dat zonnepanelen altijd onderdeel van een gebouw uitmaken.

Worden zonnepanelen tot het bedrijfsvermogen gerekend, dan behoren de opbrengst van de energie en de energie die privé wordt verbruikt tot de winst. Dit zal zo goed mogelijk moeten worden geschat. Een andere optie kan zijn de zakelijk verbruikte energie door middel van aparte meters bij te houden.

Behalve dat op de zonnepanelen kan worden afgeschreven, komen ze ook in aanmerking voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Heb je in 2023 zonnepanelen aangeschaft? Dan kon je deze in 2023 eenmalig versneld afschrijven tot een maximum van 50%. Het restant van de aanschafprijs dient dan in de resterende negentien jaar te worden afgeschreven.

Het bovenstaande betekent dat je bij een investering in zonnepanelen vooraf zo goed mogelijk moet berekenen of je de zonnepanelen al dan niet tot jouw ondernemingsvermogen gaat rekenen. Het voordeel is dat je op de zonnepanelen kan afschrijven, kan profiteren van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek en van de faciliteit inzake versneld afschrijven. Het nadeel is dat je de energieopbrengst die je niet zakelijk verbruikt tot de winst moet rekenen. Het zal van de omstandigheden afhangen of dit voor- of nadelig voor je uitpakt. Raadpleeg hierover bij twijfel jouw adviseur.

Invloed zonnepanelen op WOZ-waarde

De rechter heeft eerder beslist dat door het plaatsen van zonnepanelen de WOZ-waarde van jouw pand kan toenemen. Dit betekent onder meer dat je als eigenaar een hogere aanslag OZB kunt krijgen en een hoger eigenwoningforfait moet opgeven bij de aangifte inkomstenbelasting als je over een eigen woning beschikt. Het maakt niet uit of je geïntegreerde of niet-geïntegreerde zonnepanelen heeft geplaatst. Ook het feit dat je de zonnepanelen weer kunt demonteren bij verhuizing is niet van belang. In de praktijk blijken voor de bepaling van de WOZ-waarde echter niet alle gemeentes rekening te houden met het al dan niet aanwezig zijn van zonnepanelen.

Zonnepanelen aangeschaft vóór 2023

Heb je als particulier of als ondernemer jouw zonnepanelen aangeschaft vóór 2023, dan is hierover 21% btw gerekend. Deze btw heb je als particulier en als ondernemer terug kunnen vragen. Je moet daartoe binnen zes maanden na het jaar van aanschaf het formulier Opgaaf zonnepaneelhouders naar de Belastingdienst zenden. Heb je in 2022 zonnepanelen gekocht, dan moet je dit formulier dus vóór 1 juli 2023 inzenden.

Tip! Na deze periode kan je nog vijf jaar na afloop van het kalenderjaar waarin de zonnepanelen zijn gekocht, het formulier inzenden. De btw-aangifte die je daarna doet, wordt aangemerkt als een ‘ambtshalve’ teruggaveverzoek voor de btw. Wordt dit afgewezen, dan kan je daarover niet inhoudelijk in beroep bij de rechter.

Naam btw-ondernemer moet ook op energienota staan

Als de zonnepanelen tot een (huwelijks)goederengemeenschap behoren, kan alleen de persoon die op de energienota staat vermeld zich aanmelden als btw-ondernemer. De factuur van de zonnepanelen moet dan ook op naam van deze persoon staan.

Als de zonnepanelen niet tot een goederengemeenschap behoren, kan alleen degene die de zonnepanelen aanschaft zich aanmelden als btw-ondernemer. Ook in dit geval moet het energiecontract op naam van deze persoon zijn afgesloten.

KOR

Ben je aangemeld als ondernemer, dan moet je over de energieopbrengst btw afdragen. Je kan hieraan ontkomen door na het jaar van aanschaf te kiezen voor de KOR, de kleineondernemersregeling. Dit kan echter alleen als jouw jaaromzet niet meer dan € 20.000 bedraagt. Daarom zal het voor veel zzp’ers niet mogelijk zijn om voor de KOR te kiezen.

Salderingsregeling

Nederland kent de zogenaamde salderingsregeling. Hierbij wordt de door jou geleverde stroom verrekend met de door jou afgenomen stroom. Ook in het geval van saldering is echter sprake van een vergoeding voor de door jou geleverde stroom. Zelfs indien je meer stroom verbruikt dan je levert, ben je in principe ook gewoon btw-ondernemer. In de praktijk zullen er immers altijd momenten zijn dat je meer stroom opwekt dan je op dat moment verbruikt. Het maakt overigens niet uit of je een zogenaamde slimme meter heeft of niet. Voor alle meters geldt een vergoeding.

Beëindiging salderingsregeling

De salderingsregeling wordt vanaf 2027 beëindigd. Eigenaren van zonnepanelen die zelf opgewekte elektriciteit terugleveren aan het stroomnet, kunnen dit dan niet meer verrekenen met de stroom die zij zelf gebruiken. Wel is besloten dat energiemaatschappijen een vergoeding moeten betalen voor alle stroom die je teruglevert. Tot 2030 moet deze vergoeding minimaal 50% van het kale leveringstarief bedragen. Hieronder verstaan we het tarief zonder belastingen. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) houdt toezicht op deze vergoedingen.

Disclaimer
Hoewel bij de samenstelling van deze Advieswijzer de uiterste zorg is nagestreefd, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard voor onvolledigheden of onjuistheden. Vanwege het brede en algemene karakter van de Advieswijzer, is deze niet bedoeld om alle informatie te verschaffen die noodzakelijk is voor het nemen van financiële beslissingen.

Door |2025-02-05T15:34:41+01:005 februari 2025|MKB Nieuws|Reacties uitgeschakeld voor Advieswijzer Zonnepanelen op jouw woning

Ook bij outdoor 9% btw mogelijk

Voor het gelegenheid geven tot sportbeoefening door commerciële aanbieders in of vanuit een (sport)accommodatie geldt het 9% btw-tarief. Bij de Hoge Raad lag de vraag voor of dit verlaagde btw-tarief ook kan worden toegepast bij outdooractiviteiten op openbaar terrein.

Sport in een accommodatie

Kano

Het 9% btw-tarief geldt voor het gelegenheid geven tot sportbeoefening in een (sport) accommodatie. In het verleden besliste de Hoge Raad al dat sprake moet zijn van een exclusief gebruiksrecht van de ‘accommodatie’ waar de sportactiviteiten plaatsvinden. Je kan hierbij denken aan een sporthal of sportveld, maar ook een afgebakende weg die exclusief gebruikt wordt voor de sportactiviteit.

Sport vanuit een accommodatie

Het 9% btw-tarief kan ook van toepassing zijn als de sportbeoefening niet plaatsvindt in een sportaccommodatie, maar vanuit een andere accommodatie. Het werkelijke sporten hoeft dan niet plaats te vinden op een afgebakende weg of stuk grond.  De accommodatie moet wel noodzakelijk zijn voor de sportbeoefening, bijvoorbeeld voor het gereedmaken van de sporters vooraf aan het sporten of na afloop van het sporten.

Outdoor

Bij de Hoge Raad lagen casussen voor van ondernemers die surflessen en andere sportieve outdooractiviteiten verzorgden op een openbaar stuk strand. De ondernemer die surflessen verzorgde had op het strand zeecontainers geplaatst met een ontvangstruimte en kleedruimtes en aan de buitenzijde douches. De containers werden ook gebruikt voor de voorbereiding en de afronding van de surflessen. De ondernemers die andere sportieve outdooractiviteiten verrichtten deden dat vanuit een strandpaviljoen. De deelnemers aan de activiteiten konden zich hier omkleden en ontvingen hier instructie.

Hoge Raad: toch 9% btw

Hoewel de rechtbanken oordeelden dat het 9% btw-tarief hier van toepassing was, oordeelden de gerechtshoven dat dit niet het geval was. De Hoge Raad was het echter eens met de rechtbanken: het 9% btw-tarief was van toepassing. Ook als het gebruik van de accommodatie op zichzelf niet noodzakelijk is voor het sporten, kan toch het 9% btw-tarief van toepassing zijn als de accommodatie gebruikt wordt voor het geven van instructie en/of als de sporters zich hier gereedmaken voor de sport, aldus de Hoge Raad.

Tip! Door de uitspraak van de Hoge Raad kan, in meer gevallen dan de Belastingdienst tot op heden voor ogen had, het 9% btw-tarief van toepassing zijn.

Let op! Het gaat hierbij om sporten bij commerciële, dat wil zeggen winstbeogende aanbieders. Voor sporten bij niet-winst beogende aanbieders, denk aan de plaatselijke voetbalvereniging of de hockeyclub, geldt namelijk een btw-vrijstelling.

Vanaf 2026 21%?

Eind vorige jaar is het voorstel aangenomen om de btw op sport aangeboden door commerciële aanbieders te verhogen van 9 naar 21% btw. De minister heeft echter toegezegd om de verhoging niet door te laten gaan en te zoeken naar een alternatieve dekking van de budgettaire derving als gevolg hiervan. Het streven is om hier voor 1 juli 2025 meer duidelijkheid over te hebben. Tot die tijd hoef je op vooruitbetalingen die betrekking hebben op activiteiten die vanaf 2026 plaatsvinden nog geen rekening te houden met een btw-verhoging van 9 naar 21% btw.

Door |2025-02-04T16:16:55+01:004 februari 2025|MKB Nieuws|Reacties uitgeschakeld voor Ook bij outdoor 9% btw mogelijk

Online aanvragen Verklaring betalingsgedrag

Heb je een Verklaring betalingsgedrag nodig? Dan kan je dat nu ook online doen. Dat scheelt papier en waarschijnlijk heb je de verklaring ook sneller.

Verklaring betalingsgedrag

Belastingdienst

Een inlener of doorlener aan wie je personeel uitleent of de aannemer door wie je als onderaannemer wordt ingeschakeld kan je vragen om een Verklaring betalingsgedrag te overleggen. Met zo’n verklaring kan je aantonen dat je aan jouw aangifte- en betalingsverplichtingen voor de loonheffingen en/of btw voldoet. Dit is voor de inlener, doorlener of aannemer van belang, omdat aansprakelijk gesteld kan worden als je niet aan deze verplichtingen voldoet.

Tip! Lees op de website van de Belastingdienst meer over de Verklaring betalingsgedrag voor een uitlener en over de Verklaring betalingsgedrag voor een onderaannemer.

Ook in andere gevallen kan iemand je vragen aan te tonen dat je aan jouw aangifte- en betalingsverplichtingen voldoet, bijvoorbeeld bij een aanbestedingsprocedure of een vergunningsaanvraag. Lees meer over deze Verklaring betalingsgedrag nakoming fiscale verplichtingen op de website van de Belastingdienst.

Online aanvragen

Het online aanvragen van een Verklaring betalingsgedrag doe je met Digid. Aanvragen met eHerkenning is helaas nog niet mogelijk. Daarvoor moet je dus nog de pdf van de website van de Belastingdienst downloaden en deze schriftelijk indienen. In de loop van 2025 wordt het online aanvragen met eHerkenning wel mogelijk gemaakt.

Tip! Als je al periodiek een Verklaring betalingsgedrag van de Belastingdienst ontvangt, hoef je niet in actie te komen. Het is dus niet nodig om dit nogmaals online aan te vragen.

Antwoord binnen 1 week

De Belastingdienst streeft ernaar om binnen één week op jouw online aanvraag te beslissen. De Verklaring betalingsgedrag wordt dan naar het bij de Belastingdienst bekende woon- of vestigingsadres gezonden.

Door |2025-02-04T16:23:45+01:004 februari 2025|MKB Nieuws|Reacties uitgeschakeld voor Online aanvragen Verklaring betalingsgedrag

Loonheffing bij feest op de zaak of elders?

Als je een feest organiseert voor jouw personeel, moet je er rekening mee houden dat dit mogelijk wordt aangemerkt als loon voor jouw werknemers voor de loonheffingen. Of dat zo is, hangt af van de plek van het feest en welke keuzes je maakt.

Feest op de zaak

Horeca

Organiseer je een feest op de zaak, dan is dat over het algemeen voor de loonheffingen de goedkoopste optie. Voor drinken en borrelhapjes, eventuele huur van tafels en stoelen of de kosten van een optreden van een band hoef je namelijk niets tot het loon van jouw werknemers voor de loonheffingen te rekenen.

Let op! Als op het feest ook een maaltijd genuttigd wordt, moet je in 2025 wel € 3,95 per maaltijd tot het loon van de werknemer rekenen. Neemt de werknemer ook zijn partner mee, dan tel je 2 x € 3,95 tot het loon van jouw werknemer.

Werkkostenregeling

Meestal kiezen werkgevers er echter voor om het maaltijdforfait aan te wijzen als eindheffingsloon in de vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR). De werknemers betalen dan geen belasting hierover. Je als werkgever misschien wel, maar dat is afhankelijk van de hoogte van de vrije ruimte en de overige eindheffingsloonbestanddelen die in 2025 aangewezen worden in die vrije ruimte. Bij overschrijding van de vrije ruimte betaal je 80% eindheffing over de overschrijding.

Feest elders

Organiseer je het feest elders, bijvoorbeeld in een bar of restaurant, dan vormen alle kosten die je maakt loon voor jouw werknemers voor de werkelijke kosten. Je kan de maaltijd dan dus niet ‘afkopen’ voor € 3,95 per werknemer. Ook de kosten voor bijvoorbeeld een band die je dan inhuurt, vormen loon voor jouw werknemers.

Tip! Hou je een feest elders, dan kan je ervoor kiezen om de kosten aan te wijzen als eindheffingsloon in de vrije ruimte. Jouw werknemers betalen dan geen belasting en je betaalt alleen belasting als je in 2025 jouw vrije ruimte overschrijdt.

Let op! Om aan te kunnen wijzen als eindheffingsloon moeten de kosten overigens wel gebruikelijk zijn. Maak je ongebruikelijke kosten die een vergelijkbare werkgever niet zou maken voor vergelijkbare werknemers, dan kan de Belastingdienst met een beroep op de gebruikelijkheidstoets de aanwijzing in de vrije ruimte weigeren.

Door |2025-02-04T16:32:49+01:004 februari 2025|MKB Nieuws|Reacties uitgeschakeld voor Loonheffing bij feest op de zaak of elders?

Eisen inzake laden en lossen gelden per parkeeractie

Op veel plaatsen in Nederland moet betaald worden voor het parkeren van jouw auto. Er hoeft echter niet betaald te worden als er sprake is van laden en lossen, in plaats van parkeren. In een arrest van de Hoge Raad heeft deze beslist dat per parkeeractie bekeken moet worden of hiervan sprake is.

Laden / lossen

Navigatie

In het verleden is al beslist dat onder laden en lossen wordt verstaan: “het bij voortduring in- of uitladen van zaken van enige omvang of gewicht, onmiddellijk nadat het voertuig tot stilstand is gebracht en gedurende de tijd die daarvoor nodig is”. Daarbij moeten deze zaken een dusdanige omvang of gewicht hebben dat ze niet of moeilijk anders dan per auto gehaald of gebracht kunnen worden.

Pakketbezorger

In bovengenoemd arrest van de Hoge Raad handelde het om een bezorger van groente- en fruitpakketten. De bezorger had tijdens het laden en lossen van de pakketten geen parkeerbelasting betaald en twee naheffingen parkeerbelasting gekregen. Daarop stapte de bezorger naar de rechter.

Soms ook anders dan per auto mogelijk?

De zaak kwam voor bij het gerechtshof in Den Haag. Die besliste dat er sprake was van laden en lossen en dat er dus geen parkeerbelasting verschuldigd was. Het Hof baseerde dit onder meer op het feit dat door de bezorger meerdere pakketten bezorgd werden en dat er ook lege verpakkingen retour werden genomen. Dat dit in sommige gevallen ook anders dan per auto had gekund, was volgens het Hof niet van belang.

Hoge Raad: oordelen per parkeeractie

Deze laatste zienswijze van het Hof is volgens de Hoge Raad onjuist. Of er door de pakketbezorger meerdere pakketten bezorgd worden of nog bezorgd moeten worden, is niet van belang. Er moet per parkeeractie bekeken worden of aan de eisen inzake laden en lossen wordt voldaan, aldus de Hoge Raad.

Bewijslast

De Hoge Raad verwijst de zaak naar het Hof Amsterdam. Hier zal onderzocht moeten worden of bij de betreffende parkeeracties waarbij een naheffing parkeerbelasting werd opgelegd, sprake was van laden en lossen. De bewijslast hiervoor ligt bij de pakketbezorger.

Door |2025-01-31T12:14:02+01:0031 januari 2025|MKB Nieuws|Reacties uitgeschakeld voor Eisen inzake laden en lossen gelden per parkeeractie

Heretikettering zakelijkheid woning na echtscheiding?

Als ondernemer kan je onder voorwaarden jouw privéwoning als ondernemingsvermogen aanmerken als je deze ook zakelijk gebruikt. Maar wat zijn de gevolgen als je de woning na een echtscheiding niet meer, of nog maar deels, voor jouw bedrijf gebruikt?

Heretikettering

Woning

Als je een bedrijfsmiddel deels privé en deels zakelijk gebruikt, kan je het onder voorwaarden tot jouw privévermogen rekenen, tot jouw ondernemingsvermogen, of gedeeltelijk tot jouw privé en gedeeltelijk tot jouw ondernemingsvermogen. Op een eenmaal gemaakte keuze kan je niet zomaar terugkomen. Hiervoor moet sprake zijn van bijzondere omstandigheden.

Echtscheiding bijzondere omstandigheid?

In een zaak waarbij sprake was van echtscheiding, voerde de ondernemer (eenmanszaak)  aan dat het feit dat hij de woning niet langer privé gebruikte, maar nog wel deels zakelijk, voldoende was om deze te kunnen heretiketteren. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden stelde vast dat de man na zijn vertrek uit de woning een appartement had gekocht en stelde daarnaast vast dat, nu de man niet meer in de voormalige eigen woning woonde, heretikettering van deze woning inderdaad was toegestaan.

Zakelijkheid aantonen

Het Hof stelde echter ook vast dat desondanks de zakelijkheid van de woning dan wel aangetoond moest worden. De ondernemer slaagde hierin echter niet. Volgens het Hof was het uiteindelijk niet aannemelijk dat de woning van de inmiddels ex-partner nog steeds zakelijk werd gebruikt. Bovendien woonde de ex-partner van de man nog in de woning samen met hun drie kinderen en was het volgens het Hof ook niet aannemelijk dat zij de werkkamer niet ook deels gebruikten.

De conclusie was dan ook dat de zakelijkheid van de werkkamer niet was aangetoond, zodat deze niet als ondernemingsvermogen kon worden aangemerkt.

Door |2025-01-30T15:29:08+01:0030 januari 2025|MKB Nieuws|Reacties uitgeschakeld voor Heretikettering zakelijkheid woning na echtscheiding?

DEI+-subsidie aanvragen vanaf 28 januari

Ondernemers kunnen de subsidie Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+) vanaf 28 januari 2025 weer aanvragen. Met behulp van de subsidie kunnen plannen getest worden, gericht op het verminderen van energieverbruik of CO2-uitstoot.

Thema’s

Windmolen

De te subsidiëren innovaties kunnen betrekking hebben op onderstaande thema’s:

  • Energie- en klimaatinnovaties: voor innovatieve projecten in de industrie, elektriciteitssector en gebouwde omgeving, zoals hernieuwbare energie, CO2-afvang, waterstof of flexibele energie-infrastructuur.
  • Vergassing van reststromen: voor het omzetten van reststromen in groen gas, methanol, transportbrandstoffen, chemicaliën of syngas voor industrieel gebruik.
  • Aardgasloze gebouwde omgeving: voor het zonder aardgas maken van woningen, woongebouwen, gebouwen zonder woonfunctie (utiliteitsbouw) of wijken.
  • Circulaire economie: voor het recyclen van materialen of het geschikt maken van installaties voor gerecycled materiaal of voor het inzetten van grondstoffen die afkomstig zijn van biomassa.

Vooraf toetsen mogelijk

Je kan vooraf eventueel jouw innovatieve ideeën laten testen. Op deze manier kan je ook feedback krijgen over jouw plannen, de haalbaarheid en de kans op succes ervan inschatten. Ook kan men je informeren of er wellicht nog andere subsidiemogelijkheden zijn voor jouw ideeën.

Budget

Voor de DEI+ is voor deze aanvraagperiode in totaal € 390 miljoen aan subsidie beschikbaar. Dit is € 65 miljoen meer dan vorig jaar.

Aanvragen

Je kan de subsidie DEI+ aanvragen bij RVO.nl. De subsidie is aan te vragen vanaf 28 januari 2025 9.00 uur tot en met 28 augustus 2025 17.00 uur. Aanvragen kan alleen met behulp van eHerkenning niveau eH3.

Tip! Je kan je aanmelden voor een gratis webinar van de RVO waar alles over de DEI+-subsidie wordt uitgelegd.

Door |2025-01-30T15:22:46+01:0030 januari 2025|MKB Nieuws|Reacties uitgeschakeld voor DEI+-subsidie aanvragen vanaf 28 januari

Wetsvoorstel nieuw box 3-stelsel ongewijzigd

De staatssecretaris van Financiën heeft laten weten dat hij van plan is om het wetsvoorstel voor een nieuw box 3-stelsel ongewijzigd aan de Tweede Kamer aan te bieden. In december 2024 adviseerde de Raad van State nog om dit wetsvoorstel aan te passen.

Beste optie

Kantoor

Eind 2024 werd nog bekend dat de invoering van een nieuw box 3-stelsel was uitgesteld naar 2028. Daaraan voorafgaand had de Raad van State een negatief advies uitgebracht over het wetsvoorstel voor dit nieuwe box 3-stelsel: de Wet werkelijk rendement box 3. De staatssecretaris heeft nu laten weten dat het kabinet dit wetsvoorstel echter toch de beste optie vindt.

Let op! Voor invoering per 2028 is het wel noodzakelijk dat het wetsvoorstel uiterlijk 15 maart 2026 door de Tweede Kamer is aangenomen.

Wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3

Met het wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3 wordt vanaf – beoogd – 2028 het werkelijke rendement in box 3 belast. Dit rendement betreft zowel het directe rendement (denk aan rente, huur en dividend na aftrek van kosten), als wel het indirecte rendement (de positieve én negatieve waardeontwikkeling van het vermogen).

Hoofdregel voor het belasten van de waardeontwikkeling is in het wetsvoorstel een vermogensaanwasbelasting, waarbij zowel gerealiseerde als ongerealiseerde waardeontwikkelingen meegenomen worden. Alleen voor onroerende zaken en aandelen in startups is in het wetsvoorstel een vermogenswinstbelasting voorgesteld. De waardeontwikkeling van deze vermogensbestanddelen wordt dan alleen meegenomen bij realisatie, bijvoorbeeld bij verkoop.

Door |2025-01-30T15:24:21+01:0030 januari 2025|MKB Nieuws|Reacties uitgeschakeld voor Wetsvoorstel nieuw box 3-stelsel ongewijzigd

Voorwaarden voor aanvraag jobcoach versoepeld

Zieke en gehandicapte werknemers en hun werkgevers kunnen een vergoeding krijgen voor een zogenaamde jobcoach. De voorwaarden om in aanmerking te komen voor een dergelijke vergoeding zijn per 1 januari 2025 versoepeld.

Jobcoach

Handen schudden

Een jobcoach helpt zieke of gehandicapte werknemers op de werkvloer die ondersteuning nodig hebben om hun werk te kunnen verrichten. Denk bijvoorbeeld aan het opstellen van een werkplan of het inwerken van de werknemer. Het is de bedoeling dat de werknemer na de geboden hulp door de jobcoach zelfstandig kan werken.

Inzet jobcoach

Een jobcoach kan maximaal voor drie jaar worden ingezet. De jobcoach mag daarbij een werknemer maximaal 10% van de werktijd van de werknemer begeleiding bieden.

Let op! In speciale situaties is het mogelijk dat de jobcoach beslist dat de werknemer na de drie jaar verdere begeleiding nodig heeft. Dit kan dan voor maximaal zes maanden.

Versoepeling voorwaarden

Een vergoeding voor een jobcoach wordt sinds dit jaar verleend als de werknemer een contract van minimaal drie maanden heeft voor minimaal acht uur per week. Dit was tot nu toe zes maanden en minimaal twaalf uur per week.

Ook moest de werknemer minstens 35% van het minimumloon verdienen. Deze eis is vervallen.

In- of externe jobcoach

Werknemers kunnen zowel de hulp van een externe jobcoach krijgen of van een interne jobcoach die al in dienst van de werkgever is. Een vergoeding voor een externe jobcoach vraagt de werknemer zelf aan bij het UWV, voor een interne jobcoach dient de werkgever bij het UWV de vergoeding aan te vragen.

Tip! Meer informatie over de jobcoach vindt u hier.

Door |2025-01-30T15:12:36+01:0030 januari 2025|MKB Nieuws|Reacties uitgeschakeld voor Voorwaarden voor aanvraag jobcoach versoepeld

Code 22 voor gedetacheerde WSW’ers in aangifte loonheffingen

Voor WSW’ers die je detacheert bij een reguliere werkgever, gebruik je vanaf 2025 in jouw aangifte loonheffingen code aard arbeidsverhouding 22.

WSW

Laptop

Via de Wet sociale werkvoorziening (WSW) kunnen mensen met een handicap met aanpassingen en begeleiding werken in de sociale werkvoorziening of met subsidie bij een reguliere werkgever. De WSW geldt alleen voor mensen die op 31 december 2014 al een WSW-indicatie hadden en op die datum al werkten in de sociale werkvoorziening of bij een reguliere werkgever.

Code aangifte loonheffingen

De afgelopen jaren mochten bedrijven in de sociale werkvoorziening ook code 21 gebruiken in de aangifte loonheffingen als ze in hun administratie nog geen onderscheid maakten tussen code 21 en code 22. Vanaf 2025 mag dat dus niet meer en moeten zij voor een reguliere werkgever gedetacheerde WSW’er code 22 gebruiken.

Door |2025-01-30T15:14:40+01:0030 januari 2025|MKB Nieuws|Reacties uitgeschakeld voor Code 22 voor gedetacheerde WSW’ers in aangifte loonheffingen