De zogenaamde kleineondernemersregeling (KOR) in de btw wordt per 1 januari 2025 gewijzigd. De wijziging is met name van belang voor ondernemers met geringe omzetten buiten de eigen lidstaat.

Kleineondernemersregeling (KOR)

Europa

De KOR komt er in het kort op neer dat ondernemers met een omzet van maximaal € 20.000 (2023) ervoor kunnen kiezen geen btw in rekening te brengen. Keerzijde is dat ze zelf dan ook geen btw af kunnen trekken. Hierdoor worden wel de administratieve lasten beperkt. De keuze voor de KOR is optioneel en wordt vooral gebruikt door kleinere ondernemers die leveren aan particulieren.

Europese richtlijn

De wijziging van de KOR vindt plaats op basis van een nieuwe Europese richtlijn. Hierdoor wordt het voor Nederlandse ondernemers met een kleine omzet in een andere lidstaat mogelijk daar de KOR te gebruiken. Andersom wordt het voor ondernemers uit een andere lidstaat met een geringe omzet in Nederland mogelijk om hier de KOR te gebruiken, als in eigen land ook een KOR geldt. Het is niet nodig dat de ondernemer in eigen land de KOR ook toepast.

KOR toepassen in andere lidstaat

Ondernemers die de KOR in een andere lidstaat willen toepassen, moeten onder de jaaromzetdrempel van het betreffende land blijven. In Nederland ligt deze drempel op € 20.000 (2023). Bovendien mag de ondernemer in de Europese Unie een omzet hebben van niet meer dan € 100.000.

Let op! Nederlandse ondernemers mogen in Nederland de KOR ook toepassen als hun omzet in de EU € 100.000 of meer bedraagt. In dat geval mogen ze in een lidstaat buiten Nederland de KOR dus niet toepassen.

Aftrekbeperking

De Nederlandse ondernemer die in Nederland de KOR niet toepast maar wel in het buitenland, heeft alleen recht op aftrek van voorbelasting voor zover deze samenhangt met belaste Nederlandse prestaties. De Nederlandse ondernemer die hier de KOR toepast en in het buitenland niet, heeft echter geen recht op aftrek van de totale voorbelasting, dus ook niet voor zover deze samenhangt met prestaties in het buitenland.

Minimale periode van drie jaar vervalt

Ondernemers die nu de KOR toepassen, kunnen deze pas na een periode van drie jaar weer opzeggen. Deze minimale periode van drie jaar vervalt in de nieuwe wetgeving. Hierdoor wordt toepassing van de KOR flexibeler, omdat de KOR – bijvoorbeeld bij een forse investering op dit moment – ook negatief kan uitpakken. Ondernemers die de KOR opzeggen of de jaaromzet overschrijden, kunnen hierna de KOR pas weer gaan toepassen na ommekomst van het kwartaal waarin de beëindiging in werking treedt, het resterende jaar en het daaropvolgende jaar.