Let op!
Wij willen voldoen aan de wens om actueel te zijn. Het overzicht in deze MKB-Nieuwsbrief is geschreven met de kennis tot en met maandag 11 april, 20:00 uur.


1. Vluchtelingen uit Oekraïne kunnen werken zonder vergunning

Wil je vluchtelingen uit Oekraïne als werknemer aannemen? Dan hoef je geen werkvergunning aan te vragen.

Zonder werkvergunning
Normaal gesproken moet je een werkvergunning aanvragen als je een werknemer afkomstig uit Oekraïne wilt aanstellen. In verband met de oorlog in hun thuisland geldt voor vluchtelingen uit Oekraïne echter de Richtlijn Tijdelijke Bescherming van de Europese Unie. Hierdoor kan je hen tewerkstellen zonder vergunning.

Terugwerkende kracht
De mogelijkheid om Oekraïners in dienst te nemen zonder werkvergunning, geldt vanaf 1 april 2022. Had je al eerder Oekraïners in dienst? Dan kan je gebruikmaken van de vrijstelling voor een werkvergunning met terugwerkende kracht vanaf 4 maart 2022.

Bewijs
Om gebruik te kunnen maken van werken zonder werkvergunning, moet de Oekraïner een document van de IND tonen waaruit blijkt dat hij of zij onder de Richtlijn Tijdelijke Bescherming van de Europese Unie valt. Vluchtelingen uit Oekraïne krijgen van de IND zo’n document.

Tip!
Nog niet alle vluchtelingen hebben zo’n document. Tot en met 30 mei 2022 kunnen alle Oekraïners daarom ook hun nationaliteit aantonen met bijvoorbeeld een paspoort.

Meldplicht
Je bent wel verplicht een melding te doen bij het UWV als je een werknemer uit Oekraïne in dienst wilt nemen. Op de melding geef je onder meer de duur en omvang van het dienstverband aan, de functie en het loon van de werknemer. Twee dagen na deze melding kan deze dan starten met werken.

Tip!
Tot en met 15 april 2022 hoef je deze twee dagen nog niet af te wachten. Werknemers uit Oekraïne die op of na 4 maart bij je zijn gaan werken, kan je namelijk tot en met 15 april 2022 ook achteraf melden.

Tip!
Vroeg je tussen 4 maart en 1 april 2022 al een tewerkstellingsvergunning (TWV) aan? Dan hoef je niet alsnog een melding te doen. Het UWV behandelt deze aanvraag dan als melding.


2. Medio 2022 nieuwe rechten en opzegverboden arbeidsovereenkomst

Vanaf 1 augustus 2022 geldt een aantal nieuwe rechten en opzegverboden voor arbeidsovereenkomsten. De Nederlandse wetgeving moet uiterlijk op die datum voldoen aan een Europese richtlijn voor transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden.

Wetsvoorstel bij Tweede Kamer
Nederland moet op uiterlijk 1 augustus 2022 de EU-richtlijn in de eigen wetgeving hebben verwerkt. Het voorstel voor de Wet implementatie EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden ligt nu bij de Tweede Kamer. De EU-richtlijn legt aan werkgevers aanvullende verplichtingen op en heeft gevolgen voor verschillende arbeidsvoorwaarden en bedingen. De bedoeling van deze richtlijn is het beter beschermen van werknemersrechten.

Uitbreiding rechten werknemers
De EU-richtlijn beschrijft een aantal extra rechten en opzegverboden. De opzegverboden hebben als doel dat je als werkgever de arbeidsovereenkomst niet kunt opzeggen als een werknemer zich beroept op de nieuwe rechten. Deze nieuwe rechten hebben te maken met onder meer het studiekostenbeding, het nevenwerkzaamhedenbeding, het recht op voorspelbare arbeid en een informatieplicht van de werkgever.

1. Verbod studiekostenbeding voor noodzakelijke opleidingen
Er kan geen studiekostenbeding meer worden overeengekomen voor studiekosten die gemaakt worden voor de noodzakelijke uitoefening van de functie (en die door de wet of cao worden voorgeschreven). Die scholing moet kosteloos aan de werknemer worden aangeboden en moet indien mogelijk plaatsvinden onder werktijd.

2. Beperking verbod op nevenwerkzaamheden
Het nevenwerkzaamhedenbeding is op dit moment niet wettelijk geregeld. In het nieuwe wetsvoorstel wordt een verbod op nevenwerkzaamheden aan belangrijke beperkingen onderworpen. Een verbod op nevenwerkzaamheden zal niet meer rechtsgeldig kunnen worden bedongen. Uitzonderingen zijn beperkt en alleen op grond van objectieve redenen.

3. Verzoek voorspelbare arbeid
De werknemer mag een schriftelijk verzoek indienen om werk met meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden als de werknemer op het moment van aanpassing van de arbeidsvoorwaarden minstens 26 weken in dienst is. Heb je tien werknemers of meer in dienst, dan moet je binnen een maand op dit verzoek reageren; heb je minder werknemers, dan binnen drie maanden. Als je niet op tijd schriftelijk en gemotiveerd reageert, mag de werknemer dit opeisen.

4. Uitbreiding van informatieplicht
Extra informatie zal moeten worden verstrekt aan werknemers over de eventuele uitzendconstructie, over de eventuele proeftijd, over het scholingsrecht en het verschaffen van aanvullende informatie over regels en procedures bij ontslag.

Let op!
Het wetsvoorstel moet nog door de Tweede en Eerste Kamer worden goedgekeurd.


3. Uitkering betaald ouderschapsverlof naar 70 procent dagloon

De uitkering voor betaald ouderschapsverlof wordt verhoogd naar 70 procent van het dagloon. Oorspronkelijk was in de Wet betaald ouderschapsverlof vanaf 2 augustus 2022 een uitkering voor betaald ouderschapsverlof van 50 procent van het dagloon opgenomen. Het voorstel voor de verhoging naar 70 procent is door staatssecretaris Van Gennip naar de Tweede kamer gestuurd.

Betaald ouderschapsverlof
Ouders kunnen nu al 26 weken ouderschapsverlof opnemen, maar dit is onbetaald. Volgens de Wet betaald ouderschapsverlof worden vanaf 2 augustus 2022 de eerste negen weken wel betaald.

Opnemen in eerste levensjaar
Een belangrijk element is dat de eerste negen weken alleen worden betaald als deze in het eerste levensjaar van het kind worden opgenomen. Worden ze dan niet opgenomen, dan kunnen ze wel worden toegevoegd aan de nog resterende 17 weken onbetaald ouderschapsverlof.

Geboorteverlof
Partners hebben vanaf 2019 ook recht op een week betaald geboorteverlof in de eerste vier weken na de geboorte van de baby. Vanaf 1 juli 2020 bestaat ook recht op vijf weken aanvullend betaald geboorteverlof in de eerste zes maanden van een baby. Daarmee krijgen partners vanaf 2 augustus 2022 in het eerste levensjaar van het kind in totaal 15 weken betaald verlof.

Let op!
Het voorstel voor de uitkering naar 70 procent moet nog door de Tweede en Eerste Kamer worden goedgekeurd.


4. Controleer inkomende facturen op BTW-verleggingsregeling

Als een BTW-verleggingsregeling van toepassing is, mag jouw leverancier of opdrachtnemer geen BTW op de factuur vermelden. Gebeurt dit wel, dan kan je deze ten onrechte vermelde BTW niet in aftrek brengen. Controleer daarom altijd goed of de BTW op jouw inkomende facturen terecht is.

BTW-verleggingsregeling
Voor bepaalde branches kan een BTW-verleggingsregeling van toepassing zijn, zoals voor de schoonmaakbranche of de bouwsector. Of bijvoorbeeld bij een levering groter dan €10.000 van mobiele telefoons, chips, spelcomputers, laptops en tablets. De leverancier of opdrachtnemer mag op de factuur dan geen BTW vermelden, maar moet de BTW verleggen naar de afnemer of opdrachtgever.

Btw niet verlegd?
Ontvang je een factuur mét BTW, maar is een BTW-verleggingsregeling van toepassing? Wees je er dan van bewust dat je deze BTW niet in aftrek kunt brengen. Een rechter bevestigde onlangs weer dat de Belastingdienst deze BTW-aftrek mag weigeren.

Tip!
Staat op een ontvangen factuur BTW, maar is een BTW-verleggingsregeling van toepassing? Verzoek jouw leverancier of opdrachtnemer dan om een nieuwe en juiste factuur waarop de BTW verlegd is.

Verhaal ten onrechte betaalde BTW
Heb je een factuur betaald aan jouw leverancier of opdrachtnemer? En kom je daarna pas tot de conclusie dat een BTW-verleggingsregeling gold? Verhaal de door jou ten onrechte betaalde BTW dan op jouw leverancier of opdrachtnemer. Alleen als het voor hen onmogelijk of uiterst moeilijk is om de ten onrechte betaalde BTW aan je terug te betalen, kan je aan de Belastingdienst verzoeken om de BTWaan je terug te betalen.

Let op!
De Belastingdienst zal in zo’n geval alleen de BTW aan je terugbetalen als jouw leverancier of opdrachtnemer de ten onrechte gefactureerde btw ook aan de Belastingdienst heeft afgedragen. Is dat niet gebeurd, dan zal de Belastingdienst je ook geen BTW terugbetalen.


5. Aangifte of verzoek voorlopige aanslag IB 2021 vóór 1 mei

Levert jouw aangifte inkomstenbelasting 2021 een te betalen bedrag op? Dan kan je te maken krijgen met belastingrente. Je kan dit voorkomen door vóór 1 mei 2022 jouw aangifte inkomstenbelasting 2021 in te dienen. De Belastingdienst berekent dan geen belastingrente. Is het niet mogelijk om al vóór 1 mei 2022 jouw aangifte inkomstenbelasting 2022 in te dienen? Dan kan je om uitstel voor het indienen van de aangifte vragen. Het is dan wel verstandig om vóór 1 mei 2022 te verzoeken om een voorlopige aanslag. In dat geval berekent de Belastingdienst namelijk ook geen belastingrente. Zorg wel dat de voorlopige aanslag zo nauwkeurig mogelijk aansluit bij de werkelijkheid. Bij een te lage voorlopige aanslag betaal je later anders alsnog belastingrente.


6. Regel jouw vennootschapsbelasting, voorkom 8 procent rente

Als je een bv heeft, kan je belastingrente voorkomen door vóór 1 juni 2022 een correcte aangifte vennootschapsbelasting (Vpb) 2021 in te dienen. De Belastingdienst berekent dan geen belastingrente (normaal 8 procent!) als zij niet van de aangifte hoeft af te wijken. Lukt het niet om vóór 1 juni 2022 een aangifte in te dienen, vraag dan vóór 1 mei 2022 een voorlopige aanslag Vpb 2022 aan. Als je op de definitieve aanslag Vpb 2022 niet hoeft bij te betalen, voorkomt je dan ook 8 procent belastingrente. Heb je een gebroken boekjaar? Dan geldt als deadline voor het indienen van de aangifte zes maanden na afloop van het boekjaar en voor het vragen om een voorlopige aanslag vijf maanden na afloop van het boekjaar.