Als een werkgever een arbeidsovereenkomst met een werknemer wil beëindigen, moet er sprake zijn van een redelijke grond. In de huidige wet zijn op dit moment acht redelijke gronden (ontslaggronden) opgesomd:
a. Bedrijfseconomische redenen
b. Langdurige ziekte / arbeidsongeschiktheid
c. Frequent ziekteverzuim
d. Disfunctioneren
e. Verwijtbaar handelen
f. Gewetensbezwaren
g. Verstoorde arbeidsverhouding
h. Andere omstandigheden
De werkgever moet beschikken over een ‘voldragen’ ontslaggrond. Dat betekent dat op dit moment moet worden voldaan aan alle eisen die de wet aan die ene ontslaggrond stelt.
Cumulatiegrond
De Wet arbeidsmarkt in balans zorgt ervoor dat werkgevers in een ontbindingsverzoek straks twee of meerdere ontslaggronden met elkaar kunnen combineren, de zogenaamde cumulatiegrond. Dit maakt het makkelijker om werknemers te ontslaan, al moeten de ontslaggronden uiteraard nog steeds goed onderbouwd zijn.
Combineren geldt niet voor ontslag via UWV
De mogelijkheid om verschillende ontslaggronden te combineren geldt alleen voor de ontslaggronden die via de rechter lopen (ontslaggronden c tot en met h) en niet voor ontslag via UWV (ontslaggronden a en b). Een werkgever kan in een ontbindingsverzoek dus niet ontslag vanwege bedrijfseconomische redenen combineren met disfunctioneren. Dit kan ook niet als een werkgever na een afgewezen ontslagvergunning bij UWV in hoger beroep gaat bij de kantonrechter.
Extra vergoeding
Als de rechter een arbeidsovereenkomst ontbindt op basis van de cumulatiegrond, kan hij de werknemer een extra vergoeding toekennen. Deze vergoeding komt bovenop de transitievergoeding en een eventuele billijke vergoeding. De hoogte van de extra vergoeding bepaalt de rechter aan de hand van de omstandigheden, maar deze kan nooit hoger zijn dan de helft van de transitievergoeding. Hoe beter het ontslagdossier op orde is, hoe lager de vergoeding zal uitvallen. Vindt de werkgever de vergoeding te hoog, dan kan hij ervoor kiezen het ontbindingsverzoek weer in te trekken.
Tip
Het kan nuttig zijn lopende ontslagtrajecten opnieuw te beoordelen om te zien of de cumulatiegrond mogelijkheden geeft.






